Op deze laatste dag van het jaar trappen we echt af. Op de kaart ziet de route er heel recht en saai uit. We zijn benieuwd hoe het uitpakt.
We rijden links. Dat gaat vanzelf, we voegen gewoon ons in de stroom die langs rijdt. Alleen bij oversteken is het opletten. Het aloude ‘links, rechts, links gekeken, oversteken’ werkt niet. Eerlijk gezegd rijdt Carry wat zelfverzekerder als ik. Hij rijdt als een soort Mozes door de Rode Zee, rechtdoor en alles wijkt wel. Dat past prima bij dit verkeer. Ik zie wat meer de beren op de weg, vooral bij zeer ruim inhalende tegenliggers.
We rijden over een markt. Het verkeer is één grote chaos. Tuktuks, brommers, pickups, fietsers, voetgangers, alles beweegt door elkaar. Ergens er tussen fietsen wij. Midden over de markt loopt een spoorlijn. Het verkeer komt schokkend tot stilstand. Er passeert een trein, alle deuren en ramen staan wijd open. Mensen hangen naar buiten om een beetje koelte te vangen. Wat verderop stoppen we om een kokosnoot te drinken.
We rijden verder langs de kust. Het is zo’n perfect plaatje van strand en palmen waar we tussendoor rijden. In elk dorpje wordt vis verkocht. Soms zijn het echte kraampjes, vaker is het een zeiltje op de grond.