We worden uitgezwaaid bij vertrek. Het eerste stuk fietsen we over de RN2, een serieus grote weg, maar bijpassend bij de streek is ook deze weg niet druk. Carry’s fiets rammelt nog steeds. Het wordt zeker niet minder. Bij de afslag naar een kleine weg probeert hij weer eens te vinden wat er aan de hand is. Op het moment dat hij de fiets op zijn kop heeft staan stopt een auto. De eigenaar van een boerderij een stukje verderop vertelt dat hij bike mechanic is en wel kan helpen. We fietsen achter hem aan. De diagnose is ook voor hem duidelijk, het is iets met de trapas, maar hij heeft niet het juiste gereedschap om ons verder te helpen.
Dorpen liggen hier ver uit elkaar. Een plek voor koffie vinden we makkelijk, maar om te lunchen is moeilijker. We passen de route aan, even geen kleine afslagen maar we blijven langs de grote weg in de hoop wat te vinden. Gelukkig is het niet druk met auto’s, al wordt er hard gereden. Het is wel druk met ooievaars, ze zitten op van die speciaal gemaakte palen, maar ook in grote nesten in Eucalyptusbomen. Het geeft een beeld van hoogbouw voor vogels, meer lagen woningen per locatie. De wind komt van ver en in combinatie met het uitstel van de lunch maakt de voortgang traag. We passeren afslagen naar kleine dorpjes, maar pas als Google een restaurantje aan geeft gaan we ook echt van de weg af. We vinden een klein, beetje verlopen restaurantje met een antieke eigenaar en een daghap en veel cola. Prima om de batterijen op te laden.
In het natuurpark van Guardiana staan bordjes die waarschuwen voor overstekende lynxen. Het voelt stoer, maar we zien niets. Later raken we aan de praat met een Portugees die in deeltijd in de regio werkt als docent natuurbeheer en zeer geanimeerd vertelde over het programma met de lynxen.