Hoe mooi de locatie ook is, de camping is niet zo fijn dat we hier een extra dag willen blijven. We zijn vroeg wakker en beginnen de dag met de broodjes die over zijn van de lunch van gisteren. Om 8 uur zitten we op de fiets. De eerste kilometers langs de Ammersee zijn rustig. De meeste toeristen slapen nog. Af en toe komen we een vroege fietser tegen. Hier ergens passeren we onze 1000 kilometerstand. Als de weg een beetje draait zien we in de verte al de Alpen, wazig en nog heel ver weg. Daar gaan we heen vandaag.
Het landschap wordt ineens ook anders. Glooiende hellingen met groene weilanden, de eerste koeien met een bel, huizen met grote houten balkons en bakken geraniums. En ondertussen komen de Alpen steeds dichterbij. In een dorpje staat een kerkje volledig ingepakt in een zeil met de Duitse vlag. We stoppen en verbazen ons. Later blijkt het resultaat van een uitheemse boktor te zijn. Terwijl we daar staan te kijken, stoppen twee lokale racefietsers. Ze vragen of ze ons kunnen helpen. We raken aan de praat. Ze vertellen dat ze altijd met Sylvester in Amsterdam zijn en dan naar de Ftwkliezler gaan om fietsen te kijken. Tot mijn verbazing begrijpt Carry dat ze het hebben over de Vakantiefietswinkel.
En ondertussen komen de Alpen steeds dichterbij. We worden ingehaald door een groepje mountainbikers. De laatste blijft naast me rijden, hij informeert naar de reis en wenst ons viel Glück en dan ineens ligt daar de Riegsee met dobberende zeilbootjes en de Alpen op de achtergrond, om stil van te worden.
We drinken koffie in een Biergarten, het blijft wel Beieren. In een stadje verderop zitten twee vakantiefietsers aan de koffie. Natuurlijk stoppen we voor een praatje, zij zijn op weg naar Rome. En bij elke trap die we doen zien we de bergen dichterbij komen. Op het moment dat we denken dat er niets anders rest dan erover heen fietsen, buigt de weg. We rijden over een onverhard pad langs een turquoise riviertje, de bergen rijzen naast ons op en het is zó mooi. We fietsen hier gewoon tussendoor. Er kronkelt een slang voor me over de weg.
We bereiken Garmisch Partenkirchen, voor ons toch een magische klank, het is het eind van het eerste fietsboekje. We eten een ijsje en besluiten door te fietsen. We hebben niet veel vertrouwen in de camping hier en willen een rustdag. Dit betekent 5 kilometer stijgen, niet heel steil met max 8%, maar wel heel heet, 37 graden en op een fietspad langs een provinciale weg. Afzien dus. De bergen om ons heen worden ruiger, de toppen kaal. Na ruim 90 kilometer is daar de geplande camping. Het is zo mooi als we gedacht hadden, met veel bosschages en aan het water. Maar we hadden niet gedacht aan het hoogseizoen. Wat kunnen er veel mensen op een camping. Wat een drukte. Oké, dat is goed voor één nacht, meer niet.