Vandaag is de dag van de routes. Het eerste deel is la voie verte de Bourgogne du Sud. Het is een voormalig treintraject, van een boemeltreintje, want elke 4, 5 kilometer is er een station. Ze zijn nog duidelijk herkenbaar, maar nog niemand heeft gedacht er een koffietentje in te beginnen.

De aankleding is een verhaal op zich. Elke kilometer staat een bankje. Bij elke kruising tellen we tien verkeersborden: 1. er komt een kruising, 2. einde fietspad, 3. stopbord, 4. begin fietspad, 5. verboden voor gemotoriseerd verkeer. En dat in beide richtingen. Met ook nog waarschuwingen op het wegdek, plus houten hekken om tussendoor te fietsen. En dit consequent bij elke kruising, ook als we alleen een karrespoor kruisen. Maar goed, het is vlak, het is groen, het is mooi en het fietst lekker door.

Na de lunch gaan we verder op de fietsroute langs het Canal du Centre. Ook dit fietspad is mooi en vlak, met om de 500 meter een sluis en dus voor ons een klein klimmetje. De boten die hier ooit voeren moeten alle tijd gehad hebben. Het wordt nu zelfs door toeristen niet gebruikt. Een stukje verderop wordt dat wel heel duidelijk, er ligt een boom over kanaal en fietspad.

Het laatste stuk rijden we over de fietsroute du vin. Hier groeien de druiven voor de wijnen waar de Bourgogne beroemd om is. Zo ver als we kijken kunnen strekken de velden zich uit. Een bord legt wat uit over de bodem en waarom die hier juist zulke lekkere druiven geeft. We komen langs namen die we uit wijnfolders kennen. In de verte ligt Beaune, ons eindpunt van vandaag. Daar gaan we proeven.



















Al voor negenen zitten we op de fiets. En het begint goed met een brug van de duivel. We hebben geen idee waarom de brug zo heet, we vinden hem vooral duivels mooi. Het is het begin van de gorges van de Hérault, eerst smal, later breder. Het is fantastisch fietsen, het uitzicht is mooi en we rijden in de schaduw. Het is nog rustig, de kanoverhuur moet nog op gang komen en de parkeerplaatsen zijn leeg. Steeds weer hebben we doorkijkjes op de rivier. Dan bij een bocht buigen we af, wij gaan omhoog en laten de rivier achter. Gelukkig is er nog veel schaduw. Als we aan de afdaling beginnen rijden we een Nederlands gezin tegemoet. Zij fietsen een rondje Zuid Frankrijk. Als we verder rijden vraag ik me af van welk deel biblebelt ze afkomstig zijn. Dat is voor mij de enige reden die ik zie om hier te fietsen in een jurk en met lange mouwen.
Grappig is dat we Bois d’Anglas passeren. Bij deze camping horen beelden als kamperen tussen de druiven, lome middagen in de rivier en de rosé huiswijn. We zien dat ze een fantastisch nieuw zwembad hebben. We fietsen wel door, gisteren was het te ver, vandaag niet ver genoeg.





