Wisselvallig is de kwaliteit van de wegen. Ook het weer is wisselvallig. De temperatuur knalt af en toe omlaag, soms is het maar 12 graden. De man uit het restaurant waar we lunchen vertelt dat voor hem al twee maanden van het seizoen verloren zijn. Nooit had hij een voorjaar zo nat en koud als nu.
Het laatste stukje van vandaag fietsen we door de gutsende regen. Volgens Garmin naderen we ons logeeradres als we de eenrichtingsweg midden door het dorp inrijden. Het is een lange rechte weg, met aan twee kanten geparkeerde auto’s. En het loopt flink omhoog. We fietsen aan kop van een rij auto’s die ons niet kunnen passeren. De afslag naar links is niet te vinden. Aan het eind van de weg staan we in de stromende regen met twee andere fietsers bij een bed & breakfast. Hier is plaats, maar dit is niet de plek waar we gereserveerd hebben. En nee, hier weten ze ook niet waar we dan heen moeten. Google weet het ook niet. Uiteindelijk komt de dame van onze b&b ons een tikje chagrijnig halen. We moeten een zijstraatje in, te steil om fietsend te kunnen dalen. Het is zo steil dat we met onze fietsschoenen bijna uitglijden. We kronkelen door wat straatjes en belanden dan in een vervallen achteraf woning. Buiten is weinig veranderd sinds de jaren 60, binnen is het hipperdehip. Het heet niet voor niets Loft Newyorchese. Het voldoet aan alle beelden die daarbij horen. Ons bed hangt in een soort van kubus tegen het plafond. We komen er via een smal, verend stalen trapje, zonder leuning. De eigenaar van het geheel is een Canadese architect. Hij heeft zich hier echt uitgeleefd.
Buiten is het mistroostig weer. Ik ben moe en twijfel of we deze plek weer terug kunnen vinden als we uit eten gaan, maar Carry zet door. Er blijkt in dit gat één goede pizzeria te zijn die open is. Daar eet iedereen. Het wordt een mooie avond vol verhalen van Nederlandse fietsers.