Papbenen

Op de een of andere manier hadden we bedacht dat we onderweg zouden ontbijten. Dat was geen slimme zet. Het lijf wilde voor geen meter, de enige vraag was ‘waarom?’. Dus op het eerste beste bankje, heel gezellig aan een grote parkeerplaats bij een supermarkt, zijn we gaan zitten om te ontbijten. Daarmee werd het leven makkelijker, maar de vraag ‘waarom’ bleef. Het is hoognodig tijd voor een rustdag dus, maar de camping van afgelopen nacht vonden wij daar echt niet voor geschikt. Dus werd het een kwestie van doorzetten.

Het traject langs de Kocher, een zijriviertje van de Neckar, maakt het fietsen wel gemakkelijker. Het volgt een oud spoortraject, met grote bochten door het landschap, loom en met glooiende hellingen, die niet echt steil worden. Tijd voor koffie! En hoewel het pas half 12 is op zondagochtend, bestellen de mensen op het terras hun lunch al. Dat viel vorige week zondag ook op: Samen lunchen op zondag is hier echt een dingetje.

De route kabbelt voort. We ploeteren door. Tijd voor een middagdutje. Dat helpt wel wat. Geleidelijk aan verandert het landschap. Het dal wordt breder met beboste hellingen en middendoor loopt ons fietspad. Af en toe passeren we een dorpje. Nog steeds mooie kerkjes en vakwerkhuizen. De hellingen worden steiler en af en toe hebben we een klimmetje. Grappig trouwens dat Strava meet dat we wel dubbel zo veel klimmen als volgens de gegevens op Garmin. Die laatste resultaten lijken wat meer op die uit onze routeomschrijving (maar zijn beduidend minder stoer, vandaag 672 hoogtemeters of 298; gisteren zelfs 1153 of 379).

De camping waar we uiteindelijk landen voldoet aan alle wensen voor nu en voor een extra rustdag: een trekkersveldje met voldoende schaduw, een kabbelend riviertje en een koud biertje. En in het dorp een restaurantje. We verbazen ons over alle bouwactiviteiten in dit kleine dorp. De mountainbikers naast ons leggen het uit. Twee jaar terug is in een van de bergbeken een dam gevormd van wat boomstammen die achter stenen bleven haken. Toen de dam brak knalde het water in één keer door het dorp. Het filmpje op YouTube (https://youtu.be/Mh7FV31w5RY) is indrukwekkend.

Vliegvelden

Op Schiphol is de afdeling bijzondere-bagage verplaatst. Ze zitten nog steeds in de kelder, maar net ergens anders. Bij de verhuizing is het bordje ‘another day in paradise’ niet meegekomen. Jammer want ik vond het wel getuigen van humor, in dat donkere hok zonder ramen.

Bij aankomst op Faro blijkt dat we niet de enige fietsers zijn die hier willen trappen Er zijn twee bike assembly areas met een standaard waar je je fiets in kan hangen en zelfs, bij een van de twee, een werkende fietspomp. Het bijbehorende bordje meldt dat je je fietsdoos mag achterlaten voor een volgende fietser. Dat gaan we niet doen, we hebben een slaapplek uitgezocht waar we onze doos kunnen achterlaten, zodat we hem ook op de terugweg kunnen gebruiken. Dit betekent overigens wel dat we er met doos en al naar toe moeten. Voor Carry valt dat mee, die heeft lange armen en kan fietsen met een fietsdoos op zijn rug, ik ga lopen met de doos op mijn stuur. Gelukkig is het niet ver.

Alle contacten met de eigenaar van het appartement verlopen via sms. Er is niemand om ons te ontvangen, maar de achterdeur is open en de sleutel ligt op tafel. Het is een zaal van een appartement, met felle kleuren, filmposters van de laatste Disneyfilms aan de wand en zelfs een pingpongtafel.

Google helpt ons aan o Bandaleira, een eettentje in de buurt. Een weinig toeristische plek waar een van de andere gasten vandaag zijn verjaardag viert. We verstaan elkaar amper maar delen mee in de taart. Lekkere kabeljauw uit de oven. En bubbelwijn van de tap erbij. Wij dachten dat de vraag ‘con gaz?’ betrekking had op het mineraalwater.

Dalen

Als we vertrekken miezert het een beetje, is het mistig en 18 graden. We hebben gisteravond besloten dat we dit weer niet geslaagd vinden en lager op de berghelling gaan kijken of het beter is. Het grote dalen kan beginnen. Het groen is weelderig met veel bloeiende planten, varenpalmen en hoge bomen vanwaar het Spaanse mos naar beneden hangt. Een beetje Ierland in de zomer. Beide sprookjesachtig, maar toch zo anders.

Ook vandaag lijkt weer een bijzondere dag voor hindoes. Op veel plaatsen zien we mensen in het wit op weg naar de tempel. Zou het toch de zondag zijn? Bij de tempel Bali Agung stoppen we. Een jonge man vraagt of we de fietsen veilig in de berm willen zetten. Hij legt uit dat de ceremonies bij de subak, het Balinese irrigatiesysteem, horen. Als we een sarong omdoen en niet menstrueren mogen we de tempel ingaan. Het voelt toch altijd bijzonder om zo uitgenodigd te worden.

Hij reageert positief als hij hoort dat we uit Nederland komen. Voor hem geen negatief beeld van de koloniale periode. Juist toen hebben Nederlanders actief bijgedragen aan verbetering van het watersysteem. Door de verdeling van water is niet alleen noord Bali nu vruchtbaar, maar ook het zuidelijk deel.

Als we om de tempel lopen zien we hoe de versieringen worden gemaakt. Het lijkt wel een beetje op een praalwagen voor carnaval in Nederland.

Aan het eind van de ochtend komen we aan bij ons hotel. Het ligt aan de rand van de rijstvelden. Het toegangspad naar ons huisje loopt parallel aan het waterverdeelsysteem. Ons uitzicht is over de rijst is zoveel beter dan die mist van vanochtend, zelfs als het regent.

Onze middagwandeling, het is immers zondag, was overweldigend. Zo groen, zo mooi. De sawa’s met rijst, de met mos begroeide tempel, zelfs suikerriet. Wat zullen we dit gaan missen. Morgen onze laatste fietsdag op Bali, op weg naar Seminyak.

Bali

Het is een beetje bewolkt en het waait als we op de fiets stappen. We zijn van plan westwaarts te gaan. We willen uit komen in de buurt van Tanah Lot, de tempel waar we op onze eerste fietsdag ook zijn geweest. We hebben de route zelf uitgezet, met zoveel mogelijk kleine weggetjes. Het programma GPSies is daarvoor heel makkelijk. Hoe klein de weggetjes echt zijn, is alleen niet duidelijk te zien. Dit leidt ertoe dat we de eerste 4 kilometer via kleine achterafpaadjes tussen de huizen door kringelen en zelfs een droge rivierbedding oversteken.

De route heeft ook langere stukken over wat grotere wegen. Dan valt het grote verschil met Lombok weer op. Het is hier echt veel drukker. Veel brommers, vrachtwagens en af en toe bussen vol toeristen. Als we die zien langs zoeven met airco en geblindeerde ramen dan zijn we, ondanks de geur van zweet die om ons heen hangt, gewoon blij dat we op de fiets zitten. Aan het eind van de dag resulteert een dagje met zoveel verkeer overigens in grijs water als we de fietsbroeken uitspoelen. Dan snap je ook dat sommige mensen met een mondkapje op rijden. Het fietsen schiet lekker op, de temperatuur wel meevalt. Al blijkt het toch weer 32 graden te zijn geweest.

Bali is ook echt het eiland van hindoes. Een ander straatbeeld dan de andere eilanden waar we zijn geweest. Zoveel huistempels van grijs met oranje stenen, zoveel heilige bomen en op zoveel plekken de geur van wierook. Het betekent ook dat we veel werkplaatsen langs de weg zien waar offertronen en ornamenten voor tempels worden gemaakt. Elders zien we mensen bloemen plukken voor offergaven. Dan ineens een stad waar het feest lijkt te zijn – of zou het er elke zondag zo mooi uitzien? De straten staan en hangen vol met bamboeversieringen. Het voelt als een ereboog om onderdoor te rijden. De aanleiding kennen we niet, ons sprookje is dat het is om de vulkanen in de buurt gunstig te stemmen…

Agung

Gisteravond kregen we een appje dat de berg op Bali aan het rommelen is omdat toeristen hem boos hebben gemaakt met onzedelijk gedrag. Ook de NOS heeft het over sexende toeristen en menstruerende vrouwen als oorzaak. Nou, wij geloven er niets van. En mocht het wel zo zijn dan was het gelukkig ons gemopper niet, twee weken terug op de steile hellingen van Gunung Agung. Feit is dat Agung rommelt en dat er veel waarschuwingen worden afgegeven. Zo zegt Buitenlandse Zaken dat we het advies van de lokale autoriteiten op moeten volgen. Maar wie zijn dat? En waar vinden we hun advies?29406272_Unknown

Na Lombok gaat onze route terug naar Bali. Over een dag of tien vliegen we vanaf Denpasar, de hoofdstad. Wij hopen dat Gunung Agung zich in elk geval tot dan rustig houdt. Niet iedereen ziet het zo. De twee Nederlanders waarmee we gisteren in gesprek waren, hadden hem het liefst zien uitbarsten toen ze erlangs vlogen op weg naar Lombok.

Oorspronkelijk zouden we langs de kust ten noorden van Agung fietsen. Misschien kan dit in theorie nog wel als je de veiligheidszones ziet.  Maar als je hoort over meer dan 130.000 evacuées, dan lijkt het ons geen goed idee. Wij doen het gewoon met gezond verstand en laten Agung rechts liggen en fietsen naar de andere kant van Bali. Nu maar hopen dat hij zich rustig houdt en niet ook het vliegverkeer op zijn kop zet.route

Vanmiddag voeren we langs Agung met de ferry vanaf Lombok. De zon scheen en de top was in witte wattenwolken gehuld. Alles zag er rustig en onschuldig uit…

Lombok

Gisteravond hebben we Marijn en Lotte uitgezwaaid. Vanochtend zitten we weer op de fiets. Het is nog rustig in Kuta als we vertrekken, alle toeristen slapen nog. Ook vandaag begint met een flinke helling. We schrikken even als we halverwege ineens half-hard ‘going good’ naast ons horen. Twee lokale racefietsers, de tweede keer dat we racefietsers zien sinds we in Indonesië zijn. Ze zijn in vol ornaat, met zeem en klikpedalen, en hebben mooie lichte fietsen. Ze zijn trots op de zeven kilo die de fietsen wegen, met één hand op te tillen. Dat lukt ze niet met die van ons. ‘You’re strong’ roepen ze beiden na een poging. Zij gaan voor een rondje binnenland, wij zijn op weg naar de haven van Lembar.fullsizerender-120.jpgHet is relaxt en mooi fietsen. Kleine weggetjes. Het eerste stuk ligt het land om ons heen braak, met af en toe wat koeien die de oogstresten eten. Verderop is het geïrrigeerd en groen, met palmbomen, bananen, mais en her en der wat rijst. Dan ineens twee witte torentjes van de moskee, een plaatje dat zó past in de Efteling, in andere dorpen zien we mooie groene koepels. De weg glooit een beetje, het is niet zo warm. We fietsen lekker door. Af en toe priegelen we over een lokale markt, tussen de mensen, de brommers, de groenten en het fruit door. Er staan paardenkoetsjes te wachten, de belletjes rinkelen vrolijk. Mensen groeten ons en roepen ons na ‘good morning’, natuurlijk roepen we een reactie terug.29409104_unknown-1.jpgIn het volgende dorp is de klei blijkbaar erg goed. We komen langs steenbakkerijen en dakpanbakkerijen (bestaat dit woord?). We stoppen om te kijken en wat te kletsen. We zien twee mannen eerst de klei met water mengen. Ze scheppen het in een kruiwagen. Natuurlijk wordt Carry gevraagd om ook even te scheppen, lekker met zijn fietsschoenen in de modder. Vervolgens vormen de vrouwen stenen van de natte klei. Deze worden eerst in de zon gedroogd en vervolgens in een oven gebakken. Dat is een stapel kunstig gestapelde stenen waar vuur en as zó bij kunnen dat alle stenen gebakken worden. Als we weer vertrekken roept de man ons na ‘happy cycling!’. Nou, dat gaat vandaag zeker lukken.29408896_Unknown

Sisal

De veerpont naar Sumbawa is een belevenis. Dit keer hebben we geen fastboat, maar de lokale ferry. We zijn de enige toeristen. Als we aansluiten bij de rij voetgangers, zijn de verkopers van etenswaar als eersten paraat. Natuurlijk proberen ze allemaal ons nog een ontbijt te verkopen. Als dat niet lukt gaan ze samen in de schaduw zitten en becommentariëren onze fietsen. Vooral de riem trekt, zoals altijd, veel aandacht.29407248_Unknown

Zodra we de boot afrijden is het eerste dat we tegenkomen een geit. Gemoedelijk steekt het beest over, veel verkeer is er niet. Langs de waterlijn liggen houten boten, in verschillende staten van verval. Het is hier dor en heet. De temperatuur loopt op tot boven 40 graden. Gelukkig hebben we een behoorlijk wind in de rug.

29407328_UnknownWe rijden langs een plantage met agaves. De vezels van de bladeren worden gebruikt als sisal. Het hangt te drogen in rekken langs de weg. Sisal past wel bij het landschap hier, ruig en stug. Natuurlijk mogen we foto’s maken.29407360_Unknown

Eindpunt van vandaag is Alas, een uit de kluiten gegroeid dorp. We proberen geld op te nemen. Het barst weliswaar van de ATM’s, maar eentje vinden die onze bankpassen accepteert valt niet mee. Vooral ING scoort slecht. De straten zijn rommelig, stoffig en vies. Het geeft een naargeestige indruk. Iemand probeert ons een hotel aan te praten. Het hotel heeft dezelfde sfeer als het dorp. Gelukkig hebben we gisteren al gezocht naar een slaapplaats. Als we aankomen bij Amory Homestay worden we verrast. Ze zijn net een maand open. Als we meekijken bij de inschrijving zien we dat we de tweede gasten zijn, de eersten waren hier op 13 september. Alles ziet er strak geverfd en splinternieuw uit, aan de ventilator hangt nog een kaartje. De mensen zijn vriendelijk en gastvrij. Er wordt zelfs gevraagd of we de auto willen lenen om de omgeving te verkennen. Dat doen we wel te voet. Het is tenslotte maar een kleine wandeling naar zee.29407408_UnknownNa een prima nasi goreng worden we verrast. Steeds meer lokalo’s komen binnen. Het is karaoke-time. Feest, maar aan ons niet besteed.

Feiten

IMG_1942Naast wat we allemaal zien, horen, ruiken en meemaken, trappen we ook regelmatig de nodige kilometers weg. Afstanden, hoogtemeters en temeratuur zijn de feiten die we voor Sulawesi op een rijtje hebben gezet.feitenNaast de afstand bepalen het aantal hoogtemeters de zwaarte van een rit. De rit naar Rantepao was wat dat betreft bijzonder: de meeste hoogtemeters tot nu toe, maar ook zo mooi door de jungle. Polopo RentepaoOok de temperatuur is bepalend hoe een rit gaat. Tegen het middaguur wordt het zo heet dat fietsen niet langer leuk is. De maximum temperatuur spreekt wat dat betreft boekdelen. Daarom vertrekken we ‘s morgens vroeg rond een uur of half 8 en proberen we rond 12 uur aan te komen.

 

Telefoon

De laatste dag in Makassar zitten we weer in de ons vertrouwde bungalows. Prachtig gelegen boven zee en op een paar honderd meter van fort Rotterdam. De buren hebben een leuk terras met goed internet, met nog net een beetje bereik tot de rand van ons eigen terrasje. Dus kan ik eindelijk mijn laatste muziekjes downloaden. Om geen risico’s te nemen leg ik mijn telefoon aan de rand van ons terrasje op de grond. Ha, dat gaat goed. Nog een half uurtje en ook de laatst besproken cd’s uit de Volkskrant staan erop.

Dan bedenk ik me dat het terrastafeltje toch anders moet staan. Ik verschuif het tafeltje, maar heb de asbak niet gezien. Ik zie het ding in slow motion op de vloer vallen. Het breekt in een paar grote stukken. Uit mijn ooghoek zie ik dat een van die stukken iets zwarts lanceert. Ontdaan zie ik mijn telefoon een strakke duik maken. Drie meter omlaag de zee in.

Alle visjes zwemmen in de zee en mijn mobiel doet dapper mee.

Duik ik er direct achter aan? Wat moet ik doen? Een soort gestructureerde paniek maakt zich van mij meester. Op naar de receptie. De poolmaster komt met een maatje en een ladder van een meter of 6. De ladder wordt in zee gezet en komt net tot de reling van het balkon. De poolmaster daalt af, steekt zijn hoofd onder water en zegt: ‘I’m too sick’.

Dus trek ik zelf mijn zwembroek aan en zet mijn duikbril op. Alle twijfels van Marjan negerend. Onder water zie ik net iets meer dan niets. Na tien pogingen geef ik het op, tijd voor ontbijt. Helaas, dat gaat er met zoveel adrenaline echt niet in. Opnieuw een poging of 10. Ik zie iets meer doordat de zon beter staat. Maar helaas. Dan maar de fietsen uit elkaar halen en inpakken, dat leidt af. Tenslotte gaan we vandaag ook nog naar Bali.

Nogmaals. De zon staat nu veel beter. Na zeven keer duiken helaas nog niets. Bij poging acht wil ik net omhoog gaan, maar dan zie ik mijn speeltje liggen. Helaas lukt het me niet om dieper te duiken. Poging negen mislukt jammerlijk. Poging tien: verlossing. Ik heb hem.

Boven water geef ik het apparaat gauw aan Marjan . Mijn handen trillen te veel. En om die telefoon alsnog kapot te laten vallen… Marjan komt met de droge opmerking: hij lijkt het nog te doen, de wekker is zelfs onder water afgegaan.

Joepie, mijn telefoon leeft nog met al onze foto’s, reserveringen en vluchtgegevens. Het ding heeft ruim 4 uur in zee gelegen op 2,5 meter diepte en doet het nog.

Les van dit alles: Neem altijd je duikbril mee op vakantie.

Rupiah

Vanmorgen zijn we vroeg gestart. De Wisma was goed, maar eenvoudig en dat gold ook voor het ontbijt: twee sneetjes casinobrood met een gebakken eitje en een kop thee. Om 7 uur zaten we op de fiets. Vijf minuten later stopt een grote politieauto naast ons. Agenten met veel epauletten en medailles stappen uit, gevolgd door nog wat reguliere agenten. Ojee, trouble in paradise? Maar nee. Ze willen geen rupiah, maar een selfie met ons. Nee, wij hebben ook geen rupiah gevraagd voor de foto. Ondanks dat we af en toe denken dat we heel beroemd zijn, hier op Sulawesi. Zo beroemd, dat iedere auto tenminste 5 keer toetert naar ons. Eén keer als ze ons zien, een keer als ze vlak achter ons zijn, een keer naast ons en twee keer zodra ze voorbij zijn. Ze hangen uit het raam en vragen ‘how are you, mister?’.

Een tussenstop op de markt voor bananen. De eigenaar van de kraan vroeg 10.000 Rp (=€0,70). Een mooie tros, dus ik denk 5.000 Rp, tenslotte moet je afdingen. De verkoper kijkt nog een keer moeilijk en zegt no. Schaterend gelach bij de andere kramen, ik zeg yes. Vervolgens worden drie trossen van in totaal een kleine 5 kilo in een plastic zak gestopt en onder veel hilariteit overhandigd. Wat moeten we met zoveel bananen? ‘Terima kasih’. Overgewicht is het loon van succes.

Verderop een omleiding, maar scooters rijden niet om. Wij dus ook niet. We zien wel wat er gebeurt. Na een paar kilometer komen we aan bij een brug over de rivier. Het wegdek wordt vernieuwd. Gelukkig hebben de wegwerkers een by-pass geregeld. Een paar simpele planken, bij elkaar gehouden door een ijzerdraadje. De financiering van deze maatregel komt uit een kartonnen doos die langs de kant staat. Hier kunnen gebruikers van de by-pass hun rupiah doneren, als dank dat ze geen 10km om hoeven te rijden.

Het hoogtepunt van de dag was ongetwijfeld Villa Yuliana die hier in 1905 is gebouwd voor een staatsiebezoek. Helaas kwam Juul niet. Uit wraak staat sindsdien het onderhoud op een laag pitje. Best zonde van een bijzonder koloniaal gebouw. De entree was trouwens gratis. De deuren werden speciaal voor ons van het slot gehaald.

Eerlijk gezegd, maakte de kolonie grote vleermuizen in de bomen aan de overkant meer indruk.