Casa

4 maart San Diego de los Baños – Saroa

De ontbijtzaal is groot en leeg. We wachten op ons ontbijt. Het komt in etappes. Het is oké, maar het voelt alsof het wel heel veel werk is om het te brengen.

Ondertussen weten we ook al wat we vanavond eten. Een beetje vroeg, maar aangezien de stroomvoorziening erg onzeker is is dit een praktische oplossing. En voor wie het weten wil, we eten ropa vieja, oude kleren, de lokale aanduiding voor draadjesvlees.

Op deze maandag is er meer reuring op de weg dan gisteren. We passeren wat schoolbussen, net zo geel als de klassieke Amerikaanse bus. Langzaamaan wordt het landschap wat groener. Ons verhaal van de dag is dat er geïrrigeerd wordt, we zien de stuwmeren op de kaart. En steeds zien we aan onze linkerhand de bergen.

We stoppen bij een cafetaría. Het bordje boven de deur zegt iets over gastronomía derde klas. Voor ons voldoet het aan alle klassieke Cuba-ideëen. Bovendien hebben ze frisdrank. Buiten staat een groot bord dat propaganda maakt voor de ANAP. Dit is het samenwerkingsverband van kleine boeren. Ze hebben de grond in eigendom, maar leveren verplicht (een groot deel van) de oogst tegen vastgestelde prijzen aan de staat.

We fietsen op het gemak door. Met deze warmte is tegenwind een feestje. Toch zijn we de enigen die er zo over denken. We komen vandaag zelfs twee groepen fietsers tegen. De ene groep met bagage, de andere is net uit de bus gezet. Meer indruk maakt een Cubaanse racefietser met heel dunne bandjes. Hij zegt dat het gewoon een kwestie van sturen is tussen alle gaten door.

Al om half 12 zitten we aan de lunch. We zagen een restaurant en dan moet je doorpakken. De pasta is prima en met een volle buik rijden we het laatste stukje naar Soroa. Hier is het groen. Dit gebied is ooit herbebost door Fidel. Nu heeft het opnieuw een oerwoud en fantastische uitzichten.

Liliane van onze casa is een ondernemend type. Niet alleen draait ze, met man en broer, dit guesthouse met vier kamers, ze kookt ook een prima maaltijd. En terwijl wij op het gemak aan een biertje zitten zien we de ene na de andere taart voor haar pasteleria langs komen.

Baños

3 maart Pinar del Rio – San Diego de los Baños

Vanochtend ziet de stad er beter uit. Het kan onze volle maag zijn, het kan ook de route zijn. We rijden langs allerlei officiele gebouwen in goede staat, langs de universiteit en zelfs de sovjetflats zien er goed geverfd uit.

Cuba is maar iets van 200 kilometer breed. Gisteren zijn we de bocht om gegaan. Nu rijden we aan de zuidkant van het eiland naar het oosten. Dit betekent dus wind tegen. Met dit drukkend warme weer is dat niet erg. We kijken verbaasd op als een groep buitenlandse fietsers ons tegemoet rijdt. Wat verderop staat de bus waaruit ze zijn losgelaten. Ze fietsen alleen het laatste stukje naar Pinar del Rio.

We hebben gisteren weer eens geleerd dat je moet eten als je de kans hebt. Dus we stoppen bij allerlei stalletjes langs de weg. Vandaag scoren we droge toast en wat verderop bananen. In hetzelfde stalletje wordt ook vers vlees aangeboden. Het bungelt aan een haak naast de bananen.

Het gebied waar we doorheen fietsen is vrij vlak en dor. Het is duidelijk al een een tijdje droog. De statistieken melden dat de droge tijd deze maand nog duurt. We zien dat er wel al geploegd wordt. En altijd met ossen. De zeldzame trekkers die we zien lijken vooral voor transport te zijn.

Onze route wordt bepaald door waar we kunnen overnachten. Deze keer komen we uit in San Diego de los Baños. We gaan een keer een hotel proberen. De ontvangst is koeltjes, alsof onze aankomst de dag verstoort. De kamer is oké. We willen uurtje badderen in het lokale kuuroord. Helaas is dat voor vandaag al gesloten, want, zo wordt ons uitgelegd, niemand wil werken in het weekend. En als we om het gebouw heen lopen hebben we ook wel genoeg aan de zwavelgeur van het naastgelegen riviertje. Dan wordt het een middagje aan het zwembad.

Cultuurschok

2 maart Viñales – Pinar del Rio

Gisteren hebben we de toerist uitgehangen in Viñales. Het is mooi plaatsje, veel terrasjes en prima eten. We hebben geen sigaren gerookt, wel de tabak zien drogen. Mooiste was de opmerking van onze Duitse buurvrouw, voormalig Ossie, dat ze zo veel van de DDR herkent in Cuba.

Het is bewolkt als we wegrijden, goed om te fietsen, jammer voor de foto’s. We maken een tussenstop bij de Mural de la Préhistoria. Een wel heel lelijke muurschildering waarmee Fidel de oorsprong van de socialistische mens liet uitbeelden. Het is een dissonant in een lieflijke vallei.

De route is mooi. We rijden kilometers door een nationaal park, het is fantastisch groen. Eerlijk gezegd is het landbouwgebied waar we daarna fietsen afwisselender. We rijden door wat kleine dorpjes. Bij sommige spat het socialistisch enthousiasme nog van de muren.

Inmiddels schijnt de zon en moet er geklommen worden. Eerlijk gezegd moet er ook gegeten worden, maar er is niets. We behelpen ons met de van thuis meegebrachte reepjes. Mijn tempo is zo laag dat ik de kolibri’s in de struiken zie.

Als we Pinar del Rio binnen rijden is de lucht grijs en zijn de straten nat van de regen. Het stadje wordt er niet mooier van. We vinden een casa in een straatje vol oude koloniale huizen. Aan de resten verf zien we hoe mooi het ooit was. Wij krijgen het appartementje op de eerste verdieping. De huiskamer beneden is zo groot dat we onze fietsen er met gemak in kunnen parkeren.

We lopen de stad in voor een late lunch en ook met zon verrast de aftakeling ons. We zien zo veel mooie oude panden, zo veel verval, zo veel leegstand. We lopen langs een oude fruitmarkt, het enige dat rest zijn de buitenmuren. Bij het pizzarestaurant staat een grote rij. De volgende straat gonst van de pubers in de rij bij de ijswinkel. De reisgids meldt dat de stad zich heruitvindt na een aantal jaren in het slop, voor ons is deze omschrijving nog wat optimistisch.

Nena

29 februari Playa Rubia – Viñales

We hebben de bakolie bij de neef afgegeven, maar we hebben geslapen bij buurvrouw Nena. Nadat we een uur tevergeefs in de hitte gewacht hadden waren we het zat en zijn we verkast. Het werd een mooie avond met heerlijk eten en veel verhalen. Nena is gescheiden toen haar man via Nicaragua naar de VS ging. Zij wilde haar drie zonen niet op Cuba achterlaten, maar had ook te veel twijfels bij de hele onderneming. Natuurlijk viel de stroom weer uit, maar dat was geen probleem want met een kookstel op gas is ze een ‘Cubana preparada’.

Bij het ontbijt krijgen we een volgend lesje economie. Het voelt als een puzzelstukje om dit land een beetje te begrijpen. De overnachting betalen we in Euro’s, net als het eten. Het geld van de overnachting moet naar de bank. Nena krijgt het vervolgens weer uitbetaald in tegoedbonnen in pesos, natuurlijk volgens de officiële koers. Deze bonnen kunnen alleen besteed worden in speciale winkels, met een beperkt assortiment, geen voedsel.

Tot onze verbazing is er tot 20 maart officieel geen brood. Maar op straat zie je niets van dit alles. Alles ziet er tropisch zonnig en zorgeloos uit. Huizen hebben hun eigen kleurtje, vaak met bijpassende stoelen op de veranda. We zien rijst langs de weg, koffie en tabak. De grond is dieprood. Er wordt geploegd met ossen.

We rijden door La Palma. Dit keer scoren we een knijpflesje vruchtensap. Als we het opdrinken komt de vrouw des huizes met het aanbod van koffie. We worden neergezet aan een tafeltje waar het dominospel van gisteren nog open ligt. Ze vertelt over de plannen die ze heeft, het handeltje aan de weg is nog maar een begin, ze wil een casa starten.

We naderen Viñales. Het landschap is zo mooi als de reisgids belooft. We rijden door een vallei met bergen naast ons. Hier zijn zelfs echte restaurants. We stoppen voor lunch, er is één prijs voor alle hoofdgerechten. Dus eten we kreeft, met salade en gebakken banaan. En natuurlijk met rijst en bonen, want zonder rijst en bonen heeft een Cubaan niet gegeten.

Bakolie

28 februari Cabañas – Playa Rubia

We nemen een fles bakolie mee. Op de fiets. Van deze casa naar de volgende. Beide casas zijn van dezelfde familie en er schijnt geen olie te zijn in Playa Rubia, waar we vandaag heen gaan. Zo krijgen we bij het ontbijt een lesje economie. Salarissen liggen tussen 6 en 12.000 pesos (20 tot 40 euro). Mensen krijgen ook voedselbonnen, voor bijvoorbeeld brood. Maar er is geen meel dus ook geen brood in de officiële winkels. Er zijn wel handeltjes die toch meel weten te ritselen, maar dan kost een brood 200 pesos.

We rijden verder naar het westen. Het landschap is groen en de uitzichten zijn fantastisch. Het is rustig op de weg. We zien vooral bussen en paard&wagens. Soms zelfs een ossenkar. De kwaliteit van de weg tussen de gaten is goed. We zwalken van links naar rechts.

We passeren wat dorpen. Het lijkt of elk huis een veranda met twee schommelstoelen heeft. En in een wat groter dorp altijd weer de twee blokken Sovjetflats.

Als we een uithangbord zien met iets dat op eten lijkt stoppen we. De menukaart geeft kaaspizza, worstjes en iets met boter. Het wordt de pizza. We hadden er suikerrietsap bij gewild, maar er is geen stroom om het te persen. Het wordt dus een blikje fris. We eten een bakje yoghurt toe. Inmiddels weten we dat als er iets beschikbaar is we ervan moeten genieten.

Het laatste stuk valt niet mee. De weg is beroerd en het is snoeiheet. Als Carry op me staat te wachten raakt hij aan de praat met een Duitse fietser. Die rijdt nog door naar Viñales, wij houden het bij Playa Rubia.

Salsa

27 februari Havana – Cabañas

We zijn op tijd weg. Het lukt me bijna om zonder mijn bidons te vertrekken maar gelukkig brengt de man van de casa ze ons achterna. We rijden door wolken diesel. De weg is breed en er best plaats voor ons.

Na een kilometer of 15 zijn we de stad uit. We verwonderen ons over plekken waar we langs komen, zoals Havana Libre, een gehucht van een paar straten bij een fabriek met een groot blok sovjetflats. En Sandino, met langs de weg een roestige afbeelding van de man zelf.

Het is warm. Boven ons cirkelen zwarte gieren. De kwaliteit van het wegdek neemt af. We dansen van links naar rechts over het wegdek om de kuilen te ontwijken. Wat er over is aan asfalt lijkt heeft veel weg van een wasbord. Wat we hier nodig hebben is salsa, sturen vanuit de heupen en meegaan op het ritme van de weg. Helaas ontbreekt me dat gevoel en valt de weg me niet echt mee.

Een paar kilometer stuiteren verderop passeren we een kiosk, zo’n klein stoffig hokje met wat vage producten. We stoppen om wat te drinken. We worden bekeken. Onze fietsen worden becommentarieerd. Maar belangrijker is nog de vraag waarom er vandaag geen sigaren te koop zijn.

Tegen het middaguur zijn we terug op de provinciale weg. We stoppen bij een cafetaria. Het ziet er niet uit of er wat te eten is, maar ze hebben lunch. We worden in een donker zaaltje gezet, waar speciaal voor ons de airco aan gaat. We krijgen een plastic vorkje, een bord rijst, met wat restjes vlees erdoor en een onduidelijke hamburger. Gelukkig hebben we voldoende trek.

We rijden door naar Cabañas. Ergens in dit dorp is onze casa. Als we verkeerd rijden begint iemand te roepen en rijdt ons voor naar de juiste plek.

Havana

26 februari

We zijn een dagje in Havana, een stad vol contrasten. Ooit was het hier zo mooi. Het schijnt overal nog doorheen.

We passeren straten die zo mooi opgeknapt zijn dat het voelt als een filmdecor. We zien huizen waar achter de gevel alles is ingestort. We drinken koffie voor 20 cent. We missen het museum van de revolutie, dat wordt gerenoveerd. We zien de jeep met gaten waarin Fidel zelf gezeten heeft. We lunchen uitgebreid, begeleid door een bandje dat merengue speelt. We wandelen. We kijken. We slenteren. En natuurlijk gaan we met een taxi terug naar de casa.

Kust

25 februari Jibacoa – La Habana

In het restaurant gisteravond kregen we een kaart met prijzen in dollars en een bijpassend prijsniveau. Alles was in één keer drie keer zo duur als in Santa Marta. We hadden hier al verhalen over gehoord. We reageerden verbaasd naar de ober. Toen kregen we een andere kaart, met normale prijzen in pesos. Maar in de keuken werd gemopperd ‘voor deze prijzen serveren we geen garnalen’.

We starten vandaag met een mooi klein weggetje langs de kust. De oceaan is diepdonkerblauw. We rijden in de schaduw van de begroeiing en we hebben wind in de rug.

Met niemand hoeven we de weg te delen. Dan draaien we met een heus klaverblad de grote weg weer op. Ook hier is het rustig. We zien vooral taxi’s, veel old timers, met dikke wolken diesel. Dat er niet veel particuliere auto’s zijn verbaast ons niet na de verhalen die we gehoord hebben. Voor gewone mensen zijn er wachtlijsten om 20 liter te mogen tanken. Voor alle ambassadepersoneel is er één tankstation aangewezen. Een wachttijd van 6 uur om te tanken wordt gezien als een meevaller, het kan zo maar 14 uur duren voor je aan de beurt bent.

We fietsen vlak langs het water. Meermalen passeren we iets wat lijkt op een raffinaderij, met hoge schoorstenen en lange pluimen rook. Langs de weg zien we afsluiters in een poel viezigheid. Ze zijn te herkennen aan de geur van rotte eieren. Soms horen we zelfs hoe ze lekken. Gelukkig staat op de muur van de bedrijven vermeld dat ze bijdragen aan een vrij Cuba.

We zijn toe aan lunch. Op de kaart zien we dat vlakbij een compleet vakantiedorp ligt. We slaan af van de grote weg. De muziek knalt ons tegemoet. Er staan wat stalletjes langs de weg met halve olievaten waarop kip gegrild wordt. Met bananenchips erbij is dit de lunch. Aan het tafeltje naast ons zit een groepje jongeren rum te drinken bij hun kip. Een van hen rookt een klassieke, dikke sigaar. Voordat die aangestoken wordt moet iedereen er eerst even aan snuffelen.

De grote weg gaat met een tunnel Havana in. Voor fietsers is die niet toegankelijk. Onze route voert met een lus door wat buitenwijken. De kwaliteit van het wegdek is beroerd. Via scheuren, gaten en een patchwork van reparaties rijden we de stad in. Over de boulevard langs de zee fietsen we naar onze casa. Golven spatten hoog op en slalommend voorkomen we een nat pak. We verbazen ons over de huizen langs de boulevard, wat een schoonheid en wat een verval.

Wind

24 februari Santa Marta – Jibacoa

We rommelen met de route omdat onze navigatie-apps eruit liggen. Het keurige Cubakaartje in onze Garmins is als sneeuw voor de zon verdwenen en ook de app op de telefoon is niet toegankelijk. Mijn Strava doet het nog, die van Carry is geblokkeerd. We hadden wel gelezen dat GPS niet vanzelf gaat op Cuba, maar dit is toch onverwacht. We hebben wel alles in map-out staan. Wellicht niet ideaal, maar we kennen iemand die op basis van map-out naar Rome gefietst is, dus ons zal het hier ook wel lukken. Voor vandaag is de route niet het grootste probleem, want we volgen grotendeels de hoofdweg.

Vanuit onze straat draaien we de hoofdweg op en het is meteen duidelijk, het waait stevig. We hebben de wind vol op kop. Er is geen ontkomen aan. En eerlijk gezegd is de route niet spannend, we rijden langs de grote weg, met in het veld alleen wat ruige begroeiing en we hebben de zee niet in beeld. We zijn nog op zoek naar een fietsritme en ik vraag me af of het de hele vakantie niet spannender dan dit gaat worden. Dan rijden we een lusje buitenom, over een klein weggetje. Dat voelt al een stuk beter.

We stoppen in Matanzas. Borden langs de weg roemen de revolutionaire aard van de bewoners van deze stad en het belang van revolutionaire dromen. In het restaurant waar we lunchen hebben ze alleen rum en bier. Frisdrank moet speciaal gehaald worden. Als we om coca cola vragen melden ze dat er alleen nationale cola beschikbaar is.

Vanaf Matanzas gaan we stijgen. Dat is wel het voordeel als je geen route hebt, je hebt geen idee hoe lang de helling doorloopt. In dit geval vrij lang. Ondertussen is de lucht dicht getrokken en begint het te miezeren. Voor het klimmen is dat fijn. Het is jammer van het uitzicht als we boven komen. In de zon waren de weidse uitzichten over de heuvels vast fantastisch geweest. Nu zien we vooral mistige flarden. We zien steeds meer landbouw. We passeren de eerste suikerriet en velden vol bananen.

We vinden het spannend dat we geen idee hebben waar we vanavond slapen. Internet kan ons hier amper bij helpen. In de reisgids hadden we een hotel gevonden maar toen ik belde bleek de prijs €252 per persoon per nacht. Dat gaat we niet doen. Wat wel? We vinden bij aankomst nóg een hotel in Jibacoa. Dat is vol, melden ze bij de balie. Ze weten wel een casa particular, herkenbaar aan een heel bescheiden bordje. Gelukkig is hier nog plaats. En niet alleen dat, er is ook een terras waar we twee Canadese fietsers tegen komen.

Wisselen

23 februari Santa Marta

We hebben geld nodig, dus er moet gewisseld worden. Dit doen we niet bij de bank, want daar krijg je de officiële wisselkoers. Er wordt een mannetje gebeld die de koers van de zwarte markt geeft. Met ruim een factor twee verschil is dat interessant. Als het brommertje voorrijdt wordt de eigenaar van de casa ongemakkelijk. Wisselen is illegaal, hij kan er zijn vergunningen mee kwijt raken. Dus lopen we naar de hoek van de straat. Er wordt schichtig gekeken als er een voorbijganger aankomt. We vinden een plek achter een schuurtje om de zaken af te handelen. Met een plastic zak vol biljetten keren we terug in de casa.

De eigenaar van de casa is tijdelijk terug op Cuba. Hij woont bij zijn zoon in Portugal. Zijn beeld is dat de meeste jongeren het eiland willen verlaten omdat ze weinig perspectief hebben. Waar in de jaren ‘80 de voorzieningen goed waren en het systeem functioneerde, is dat nu helemaal niet zo. Er is een soort van parallelle economie gebaseerd op euro’s en dollars, die er voor zorgt dat de prijzen omhoog vliegen en die voor gewone mensen amper betaalbaar is.

Langs de straten staan karretjes waar fruit verkocht wordt en groenten waar de grond nog aan zit. Bij huizen staan tafeltjes met flessen sterke drank die met een kartonnetje worden aangeprezen. Dit soort handel is nieuw voor Cuba. Langzaam wordt het toegestaan, mits je de juiste papieren hebt.

We fietsen vandaag naar Varadero. Dit is het aangrenzend schiereiland, een strip met hotels, restaurants en zelfs een golfbaan. Hier is alles ingericht voor toeristen. De koetsjes zijn gepoetst. De huizen zijn geverfd. Het voelt als een Amerikaanse film uit de jaren 50. Er zijn kraampjes met toeristische prullaria, een hop-on hop-off bus en toeristische letters voor de foto. Het lijkt overal vrij rustig, alleen bij de telefoonwinkel straat een rij tot buiten toe. We fietsen op het gemak rond. Langs het busstation met een opwekkende tekst fietsen we de straat naar de casa weer in.