Ontbijt om half 7. Nou ja, om half 7 start de voorbereiding. Wij zitten met een kopje thee in het ochtendlicht en zien het in de buitenkeuken gebeuren. Grappig dat er op zo’n moment in Nederland nog wat kinderen wakker zijn om mee te appen: ‘ik moet hier ook 20 minuten op mijn bier wachten’.
De eerste kilometers van vandaag zijn sterk heuvelachtig. Dat is best aanpoten, 400 hoogtemeters binnen 25 kilometer. Met gemeen steile klimmetjes er tussen tot 15%. Het voelt als: omhoog, steil omhoog, omlaaaaaaaaaag.
In Maiwa stoppen we voor een glas vers sinaasappelsap. Zonder suiker. Dat is bijzonder hier, maar wel handig om even aan te geven anders gaat de suiker er met lepels tegelijk in en smaakt ook vers sap als ranja. Het nieuws dat wij er zitten gaat als een lopend vuurtje rond, want prompt verschijnen diverse dames die allemaal met ons op de foto willen. Ook de baas komt eraan. Hij biedt ons klappermelk aan en bapao en leert ons en passant ook in het Bahassa tot vijf tellen, altijd handig. Voor vertrek moet ik eigenlijk nog even plassen. Nu heeft de horeca hier geen regels voor verplichte toiletten dus ik mag bij de eigenaar thuis. Ook altijd leuk. Een huis op palen met een houten vloer met planken en gaten. Geen kasten, veel spullen op de grond, waaronder een verse lading bapaobroodjes. En waar ik voor kwam, een mooi betegelde hurkwc, van Indonesische afmetingen. Met mijn Hollands lijf vereist het wat acrobatiek om me er op de goede manier boven te vouwen.
We fietsen verder. Er ligt een dode varaan op de weg. Dat is wel ongeveer ons beeld van het wildlife hier. Op één wegschietende slang na zijn de ‘wilde dieren’ die we gezien hebben de platte variant. Veel slangen en een paar varanen. Maar goed, ook in Nederland is het aantal overreden otters een maat voor de populatie.
We vinden een leuke wisma in Pankajene, tussen het politiebureau en een restaurantje. Een prima plek om te eten, dat vinden de agenten ook die er rond lunchtijd en masse zitten. Niemand en wij ook niet meer, heeft blijkbaar last van de doordringende geur van het met planken bedekte riool dat er voor langs loopt.
En het meest bijzondere aan deze stad is het fietspad. Het eerste dat we in Sulawesi zien.