Kempen

20 augustus Diest – Geldrop

Het is grijs, bewolkt weer als we vertrekken. Het voelt alsof Nederland en de herfst een schaduw vooruit werpen. Het is vlak en we rijden gemakkelijk. We naderen het Albertkanaal. Dit keer rijden we niet langs het kanaal, maar steken we het over.

We passeren Beringen. De kranen en machines van de mijnbouw steken nog hoog de lucht in. Ter lering ende vermaak is alles opgepoetst. We rijden langs een pleintje vol grote, statige huizen. Hier konden de bazen van de mijn elkaar inde gaten houden. Aan de achterkant van de stad hebben we uitzicht op wat vroeger de afvalberg was en wat nu is aangekleed tot een ‘avonturenberg’. 

We rijden verder door een natuurgebied. De zon schijnt al weer. Het is een mooi, rustig kronkelpad. Het valt op dat de aangrenzende vennen helemaal verdroogd zijn. Halverwege staat de slagboom van het militair oefenterrein open, er wordt op de grond niet geoefend vandaag. Alleen de straaljagers gieren boven ons hoofd.

Ook nu verbazen we ons weer over alle obstakels op het fietspad. Er moet uit alle macht voorkomen worden dat auto’s op het fietspad kunnen of dat fietsers te gemakkelijk de straat op rijden. Er is een boel creativiteit hiervoor bij wegenbouwend Europa.  En dan een wonder op het allerlaatste stukje fietspad in België, een oude spoorlijn waar fietsers voorrang hebben bij alle kruisende wegen en weggetjes. Het is ongelooflijk en het fietst lekker onbezorgd door.

Op MapOut zien we dat we de grens passeren. In het veld is niets te zien. Voor de foto rijden we richting Achelse Kluis. Hier staat de grens op het asfalt geschilderd met vlaggen aan weerszijden. We zijn weer in Nederland!

Het is meteen duidelijk. In fietsland Nederland zijn de fietspaden breed en zijn er veel fietsers. Het lijkt of iedereen de bloeiende hei wil bekijken, en liefst naast elkaar op een elektrische fiets. Het laatste stukje van de weg is bekend, we rijden op d’n bult de oprit op.

Vlaanderen

19 augustus Hannuit – Diest

De dame van het bed&breakfast komt er gezellig bij staan als we ontbijten. Het vraagt heel wat concentratie om zo ‘s morgens vroeg een Frans gesprek te voeren. Voor haar werk moest ze ooit het Nederlands beheersen, maar ze is het helemaal kwijt. En dat terwijl we zo dicht bij de taalgrens zitten. Al na een paar kilometer is het niet meer de Rue du paradis maar de Hemelrijkweg. Ineens is echt alles in het Vlaams. Het idee van meertaligheid, dat we in Luxemburg hadden, is hier ver te zoeken.

Het land is vlak. We kijken ver over de geoogste graanvelden. In mijn hoofd duikt Jacques Brel op, die zingt over het vlakke land dat het zijne is. Bij Carry is het Raymond van het Groenewoud die Vlaanderen boven zingt.

Kilometers lang rijden we door boomgaarden. De takken buigen onder de grote hoeveelheden peren. Waar geplukt wordt is de samenstelling van het team internationaal. 

We drinken koffie in Zoutleeuw. Het is een aardig stadje met een mooi plein, omringd door middeleeuwse gebouwen. We hadden de kerk willen bekijken, maar die is gesloten. In onze beleving de eerste kerk op deze reis die overdag dicht is. 

In Wallonië hadden de oude spoorwegtrajecten de aanduiding Ravel (Réseau Autonome des Voies Lentes), inclusief nummer van de lijn. In Vlaanderen is het meer raden of het wel of geen spoorlijn was. Hier zijn het vooral de straatnamen die het verraden, we rijden over de Spoorweg en de IJzerenweg. De logo’s op het pad juichen ‘Limburg fietsparadijs’. Maar het fietst net zo fijn.

Dan rijden we over een dijkje naar Diest. Wij herkennen de route niet, maar Strava geeft aan dat we hier al eens gefietst hebben. Dat is dan op de terugweg uit Barcelona geweest. Over kinderkoppen rijden we het begijnhof van Diest in. We stuiteren langs de mooie oude huisjes. Ook de binnenstad is middeleeuws gaaf.

Voor we op het gemak op het terras gaan zitten maak ik nog een uitstapje naar de zeer moderne fietsenmaker. Hij vervangt mijn remblokjes en mijn fiets zoeft weer als vanouds. 

Moeizaam

18 augustus Érezée – Hannuit

Het bruggetje naast de camping ligt eruit. Als we vragen naar de omleiding worden we met brede gebaren 10 kilometer omgestuurd. Een blik op de kaart en wat zeulen met de fiets beperkt het geheel tot 1500 meter extra. We stuiten meteen op een monument ter gedachtenis aan WO2. In deze hoek van Europa is tijdens het Ardennenoffensief heftig gevochten, we zien op veel plaatsen monumenten.

We rijden op het gemak door de heuvels. Er komt ons een kleine optocht tegemoet. Het blijkt een processie. De vaandeldrager kan het vaandel amper recht houden in de wind. Er lopen een paar geestelijken in uniform mee, maar verder ziet het er uit als een gezellige wandeltocht. 

We hoeven niet zo veel meer te klimmen verwachten we. Dat klopt, maar dat wil niet zeggen dat er geen venijnige hellingen tussen zitten. Gisteren maakte het allemaal niet zo uit. Nu is het ploeteren en ons verbazen over hellingpercentages tot 16%. En als we ons kwaad genoeg maken lukken die ook.

Net als ik het gevoel heb dat de Ardennen vandaag winnen, pakken we weer een spoorlijn. Het lijntje omlaag richting Huy. Het is bijzonder hoe dichtvertakt het spoornet begin vorige eeuw was en hoeveel er met de komst van de auto verloren is gegaan. Het is mooi dat op zoveel plekken dit soort tracés nu omgebouwd zijn tot fietspaden.

Hellingaf rijden we Huy binnen. We betwijfelen of dit de muur van Huy is, daarvoor is het niet stijl genoeg. De huizen die er staan voldoen aan alle vooroordelen over Belgische architectuur. Huy zelf heeft wel een aardig centrum met een kasteel erboven. Er loopt zelfs een kabelbaantje boven ons. En Huy ligt aan de Maas. Die kruisen we met een grote brug.

Nu zijn we echt de Ardennen uit. De hellingen hebben plaats gemaakt voor wind tegen. De verwachting is dat die tot thuis aanhoudt. We rijden nog een stuk over een spoortraject en door de velden. We zijn allebei blij als we aankomen bij onze bed&breakfast. Het is genoeg geweest voor vandaag.

Ardennen

17 augustus Wiltz – Érezée

Het is niet zo warm meer, dus we zijn wat later dan de afgelopen dagen. De eerste twintig kilometer rijden we over een oud spoortraject naar Bastogne. Het stijgt geleidelijk, maar uiteindelijk zijn we wel 200 meter hoger. Het is mooi, zoals een spoortraject moet zijn, soms smal uitgesneden tussen de rotsen, slingerend door het bos en af en toe een fietstunnel. Op de grens Luxemburg – België staat een bordje. Ook het wegdek heeft een grens, we gaan over van asfalt naar betonplaten.

In Bastogne drinken we koffie in Café des Sports tegenover de kerk. De eerste paar minuten kunnen we elkaar niet verstaan door het klokgelui. We zien wat mensen, vooral op leeftijd, de kerk inlopen. Degenen die het geloof verloren zijn zitten om 11 uur op het terras aan de koffie. Op dit tijdstip vertrekt ook, onder groot geraas, de motorclub die hier verzameld had. Wij zien het allemaal aan en nemen nog een kopje koffie.

Vanuit Bastenaken rijden we niet naar Luik zoals de wielerklassieker, maar een traject over kleine weggetjes naar het noorden. We passeren gehuchten van niets. Bossen. Klimmen. Dalen. Gouden akkers. Plateaux. Uitzichten. Zon. Briesje. Niet te warm. Lekker trappen. De Ardennen in haar beste vorm. Ik was vergeten hoe gaaf het fietsen hier is.

We lunchen in La Roche-en-Ardenne. We zijn stomverbaasd als we het pleintje op rijden. Het staat afgeladen vol met motoren. Blijkbaar wil iedereen hier lunchen. Gelukkig hebben die motoren een andere route als wij. 

Vanuit La Roche klimmen we via la rue du Paradis naar Cielle. Een hemelse naam voor een volgend klein dorpje. Eindpunt van vandaag is een camping in Érezée. Het blijkt een gehucht van overjarige stacaravans, waar juist vandaag het jaarlijks jeu-de-boules-tournooi is met bijpassende muziek. Maar er is wel plek op het trekkersveldje. 

Ourtal

18 juli Amel – Gentingen

We starten de dag met een ontbijt aan de stamtafel. Dan trappen we af en zitten we na een kilometer of wat weer op de Vennbahn. Het blijft een mooie, doelgerichte manier om de Ardennen te doorkruisen.

Zo gauw we van een van de railbanen afwijken zijn de paden onregelmatig, verrassend en af en toe steil. We rijden door het dal van de Our, hier is het nog een smalle beek. We springen wat heen en weer tussen Belgie en Duitsland. Er staan geen bordjes, het is TMobile die ons er op wijst.

Zo gauw we echt van de Vennbahn af gaan hebben we meteen een vijf kilometer lange klim te pakkken. Hier staat een bord dat we Duitsland inrijden, eigenlijk konden we dat aan het asfalt ook al zien. Als we boven zijn kunnen we weids uitkijken over de Eiffel. Nu breekt ook de zon door en de korenvelden glanzen ons tegemoet.

In de verre omtrek zijn er ook vandaag geen winkels. Gelukkig ligt er een restaurant aan de route. De bejaarde eigenaresse serveert alleen geen eten meer. Ze verwijst ons naar Luxemburg, daar zijn meer voorzieningen. Dat klopt. Maar het eerste is op dinsdag dicht. De tweede heeft vakantie. Alleen het winkeltje van de benzinepomp heeft wat op voorraad. We rijden verder op een provinciale weg langs de Our. Af en toe suizen de auto’s voorbij. Toch vinden we een rustig weiland waar we ons kleedje kunnen uitspreiden en lunchen.

We rijden verder langs de Our. Blijkbaar heeft deze weg mooie bochten want er zijn opvallend veel motorrijders. Ons fietspad buigt van de weg af en blijft op de oever. Hier wordt de Our een stuwmeer. Ons pad gaat verder als een soort hangbrug boven het water. De mountainbiker voor ons trekt wit weg en draait om. Wij rijden door, al kost het me wat moeite. Wat verderop is onze route afgesloten. We twijfelen, gaan we het toch proberen? Als zelfs Google de afsluiting meldt rijden we verder over de grote weg. Bij Vianden kruisen we de stuwdam. Vanaf hier is de Our weer een stroompje. Ook in Vianden, een plaats van redelijke grootte, is de enige supermarkt bij de benzinepomp. Hier halen we onze avondmaaltijd. Dan rijden we de brug over, Duitsland in. Het laatste stukje naar de camping is nog even pittig met een helling van 11%.

Vennbahn

17 juli Herkenrath – Amel

De camping ligt aan een mooie beek. Twee jaar terug liep dat in Theux volledig mis. Nu hebben we een kalme nacht. Het is tegen half 11 als we opstappen. We beginnen meteen met een paar stevige hellinkjes. In de eerste 10 kilometer stijgen we al meer dan 200 meter. Wat verderop is een café bij een oud treinemplacement. Hier stoppen we voor koffie. Een man vraagt welke Strecke van de Vennbahn we fietsen. Dat verbaast ons, we dachten dat we een alternatieve route zouden hebben, maar het verklaart wel al die vakantiefietsers die we zien.

De Vennbahn is een oude spoorbaan die mu voor fietsers is ingericht. Een prima manier om door de Ardennen te komen want het maximale hellingspercentage is 2%. We wilden deze vermijden omdat het druk zou zijn, maar dat valt alles mee. En het is mooi! We rijden door dennenbossen, waar de berm bol staat van de varens. We rijden door loofbossen. We kruisen kleine beekjes. En ook met wind tegen fietst het soepel.

Bij Monschau trekken we ons eigen plan. We verlaten de Vennbahn en storten ons hellingaf het dal in naar de Altstatt. We stuiteren door de popperige straten met vakwerkhuizen. We eten een Strammer Max en rijden tussen de toeristen door het stadje weer uit. Nu is de uitdaging om terug te komen op de Vennbahn. We rijden een gravelpad met in de diepte een kleine Ruhr. Er is een omleiding naar de Einsteig van de Vennbahn. Resultaat is dat we vijf meter lager uitkomen en nog wat extra bochten moeten maken om er weer op te komen.

We rijden gestaag door. Maar eerlijk gezegd sluipt de sleur er een beetje in, kilometers bos en weinig anders. Garmin geeft aan dat we het pad 21 kilometer moeten volgen tot de afslag naar de camping. Daar zit ergens een middagdip. Maar het laatste stuk maakt veel goed. Het gordijn van bomen gaat open, we rijden door open velden en kunnen eindeloos ver kijken.

Eindpunt van vandaag is de MiniEurocamping van John en Ruud. De camping is niet bijzonder, de sfeer wel. We kunnen mee-eten aan de stamtafel met de familie en wat andere gasten. Het wordt een avond met mooie gesprekken.

NB Kan iemand iets doen aan die wind van voren?

Jaagpad

15 juli Geldrop – Maastricht

We hebben een wasje gedraaid en de laatste overbodige spullen achtergelaten. We drinken nog een kop koffie met Lenn. Dan zwaait ze ons uit en rijden we de toeristische route langs mijn geboortehuis. We blijven langs het spoor rijden en komen in het Leenderbos terecht. Hier zijn de fietspaden breed. Op zo’n zaterdagochtend betekent dat we constant peletonnetjes wielrijders tegenkomen. Via de Kluizenaarsweg komen we bij de Achelse Kluis. We passeren de witte streep die de grens symboliseert. We kijken even om de hoek, maar het trappistenbier van hier bewaren we voor een andere keer.

Na 27 kilometer komen we bij het kanaal van vandaag. We dachten dat het van koning Albert was, maar het blijkt gewoon weer de ZuidWillemsvaart. We starten op het jaagpad aan de rechteroever. Natuurlijk hebben we een theorie dat dit beter fietst dan de overkant. Hier rijden we in de schaduw en minder in de wind. We vragen ons af of er aan beide kanten een jaagpad ligt. Maar we nemen geen initiatief om dit te proberen, als de route ons laat oversteken steken we braaf over.

In Bree gaan we op zoek naar een lunch. Het winkelcentrum is niet inspirerend, een groepje samengekwakte betonnen dozen met een Hema, een C&A en een Lidl, de eerste deze vakantie. De broodjes op het terras zijn prima.

We rijden verder op de linkeroever. Het kanaal wordt amper gebruikt door scheepvaart. We zien wat pogingen om de oevers natuurvriendelijk te maken. Aan de oever zitten wat vissers. Ze hebben tentjes met complete veldbedden naast hun hengels staan. We hebben de wind flink tegen. Een bui stopt ons en we schuilen met een Belgisch stel onder een viaduct. Als we wat verderop weer moeten schuilen komen we hen weer tegen.

We ploeteren tegen de wind. Er komt een elektrische fietser naast ons rijden. Hij begint een praatje dat hij volgend jaar naar Rome gaat. Zwoegend om hem bij te houden klets ik terug. Dan komen we op de winterdijk in Lanaken. Hier rijden we heerlijk beschut door een tunnel van bomen. Aan het eind verrast het weidse beeld over de Maas. In de verte ligt Maastricht. We zetten ons tentje op op een camping vol campers die vanavond allemaal met hun elektrische fiets naar Andre Rieu gaan. Naast ons rijdt een auto voor van de Offene Psychiatrische Pflege. We vragen ons af wie ons die gestuurd heeft.