Cigales

Na een misitig begin van de dag schijnt de zon als we Brive uit fietsen. We starten meteen met een flinke klim. Langzaamaan verdwijnen we in de mist. Ergens passeren we een hoogste punt en de lucht trekt open. We stoppen voor een foto en raken in gesprek met een Fransman. In zijn vaalrode oude Citroën bestel voldoet hij aan alle clichés. Voor hem is dit vochtige weer goed, hij heeft net zo’n 25 kilo cantharellen uit het bos gehaald. Hij levert aan zijn Engelse buurman die een chambre d’hôte heeft. Hij verbaast zich over onze route en stuurt ons de andere kant op. Dat scheelt vijf kilometer helling. Het levert een stukje langs de grote weg op, maar vooral een fantastisch mooi pad door een zonnige boomgaard.

Inmiddels zijn we in de Occitanië, een van de twee regio’s grenzend aan de Pyreneëen. Voor de lunch stoppen we in Martel. Het is maandag, dan hebben restaurants weer een menu du jour. En mooier nog, er is een terras met plaats in de zon, onder een linde.  

Het landschap golft en wij golven mee. Het wordt wat rotsachtiger. Diep onder ons stroomt de Dordogne. Wat verderop kruisen we de rivier. Het is overal erg rustig, we zien tientallen ongebruikte kano’s liggen. Wel zien we hier meer Nederlandse auto’s. 

We komen langs een veldje waar roofvogels getraind worden voor de show in Rocamadour. Gefascineerd kijken we hoe zo’n vogel zich steeds weer laat verleiden door een lokaas. We rijden kilometers lang door eikenbosjes met mooi diffuus licht. Ineens valt het op, we horen het lome tjirpende geluid van krekels. We zijn nu echt in het zuiden. 

Brive

Een Nederlandse vrouw op de camping zei gister: “met al die hellingen ga ik hier echt niet fietsen”. Onze advies: beginnen met een klein rondje. Vandaag denk we hieraan als we al in de eerste 1,5 kilometer stukken van 12% te pakken hebben. Voordeel is wel dat we meteen warm zijn. Want ook vandaag is het fris. De lucht is dreigend grijs, maar na een natte nacht is het nu gelukkig droog. 

Het is fantastisch groen, varens, weiland, bos, we hebben het allemaal. Het is een heerlijk rustige weg, maar het is ploeteren. Zeker het eerste stuk. We stoppen voor koffie bij de eerste de beste plek waar koffie geserveerd wordt. Het is een oud hotel vlakbij het station van Uzerche. We vragen ons af of er deze eeuw al onderhoud aan gepleegd is, of zelfs schoon gemaakt? Toch stoppen er mensen voor het menu van de dag. Wij durven het niet aan. Dat betekent uiteindelijk dat we picknicken op ons kleedje, want een ander restaurant dat ons te eten wil geven hebben we niet kunnen vinden. Langzaam verandert de bebouwing. Steeds meer huizen zien eruit als vakantiehuizen, mooi metselwerk, een flink terras, ligstoelen en dikke auto’s voor de deur. Het heeft vast te maken met het zuiden en de snelwegen die we kruisen. 

Nog een lange klim zijn we in Brive. We zien agenten staan, er is veel volk op de been. Dit is een van de anti-coronamaatregelen-demonstraties. We fietsen er langs. De zon schijnt, de lucht is blauw, het is warm, de terrassen zitten vol, eindelijk, Zuid Frankrijk.