Inn

Het weer is omgeslagen. Gisteravond tijdens het eten trok het dicht, alsof er een gordijn over het dal ging. Met windvlagen die de parasollen omgooiden en het bestek van tafel bliezen. Ons gevoel van onbehagen werd versterkt door het luiden van de kerkklokken, buiten de gewone tijden om. De ober meldde dat dit pas de tweede keer in 30 jaar was. Maar uiteindelijk viel het allemaal hard mee, er vielen wat hagelstenen, op onze camping Eichenwald vielen vier kruiwagens vol eikels en dat was het. De sirenes voor de vrijwillige brandweer gaven sein veilig en iedereennkon rustig gaan slapen. Vanochtend betekent dit een extra hemdje aan en een bewolkte lucht.

De rivier van vandaag is de Inn. Carry omachrijft de kleur als chocolamelk grijs, we vragen ons af of het water gisteren ook zo grijs en onstuimig was. We kruisen de Inn, en we blijven haar kruisen. Op sommige delen is het dal breed, dan loopt ook de autoweg in het dal. Het blijft verbazen hoe veel geluid zo’n weg maakt en dat we dat met zijn allen tolereren. Op andere stukken is het dal smal met precies ruimte voor fietspad, trein en Inn. De trein gaat af en toe door een tunnel, wij mogen gelukkig buiten blijven.

Ergens in de buurt van Landeck komen we op de Via Claudia Augusta. Dit fietspad is gebaseerd op de oude Romeinse weg van de Donau naar Venetië. Met name in Oostenrijk wordt dit pad gepromoot en dat merken we. Het fietspad is goed, maar relatief druk, met veel mountainbikes met aandrijving.

Einddoel van vandaag is de camping in Ried. Al bij binnenkomst zien we een bekend tentje staan, onze Friese medefietsers hebben een rustdag hier. Maar de camping is vol wordt gezegd. Over 10 kilometer is een volgende camping, na even bellen horen we ook dat daar wel plaats is. De 10 kilometer blijken er 18 te zijn. Gelukkig fietsen we soepel vandaag en kunnen die er makkelijk bij.

Culinair hoogtepunt van vandaag zijn de Kaiserschmarrn, tip van een van onze lezers (en bedankt!). Het blijkt een typisch Oostenrijks nagerecht, dat het midden houdt tussen poffertjes, wentelteefjes en de eerste pannenkoek, opgediend met appelmoes. Gelukkig hebben we besloten één portie te delen.

En de grootste zorg van vandaag, we schieten flink op, zijn we niet veel te snel in Venetië?

Camping

Het laatste stukje omhoog naar de camping is pittig. Met een knalrode kop rijden we het terrein op. We worden begroet door een groepje Nederlanders die voor hun tent zitten. Ik denk dat Carry een grapje maakt als hij meldt dat de plek voor onze tent vol in de zon ligt, maar helaas. Het is echt zo. Daar moeten we het mee doen deze keer. Het uitzicht maakt veel goed. De buren ook. Links van ons staan de fietsers uit Sliedrecht die we bij de grens tegen kwamen. Rechts staan de eigenaren van de fietsen uit Augsburg.

Het is zo’n camping waar jaren achtereen dezelfde mensen komen. Iemand vertelt dat hij elk jaar het weekend voor zijn vakantie even hierheen rijdt om de tent op te zetten, dan kan zijn vakantie daarna echt beginnen. Een ander vertelt dat we hier eigenlijk moeten wandelen. Wij houden het bij fietsen, praten over fietsen met de buren en een goede lunch op het terras bij de abdij.

Het wordt druk met fietsers. Ook de Friezen die we eerder spraken, landen hier. Het geeft nog wat hilariteit als een nieuw aangekomene met een dieprood bezweet hoofd wat geïrriteerd vraagt of we respect willen hebben voor iemand die met de fiets is aangekomen.

Bij het wakker worden zijn de andere fietsers al weg, maar de zon schijnt al vol op. Het valt mee, al snel kunnen we in de schaduw van de boom zitten met koffie en een digitaal krantje. Het zoevend geluid op de achtergrond komt van de skischans. Bij een temperatuur van tegen de 30 graden wordt hier gesprongen.

Bij zo’n rustdag hoort ook wat cultuur. We gaan naar de Cistercienzer abdij. Barok met rococo. Twee dingen uit de rondleiding blijven ons vooral bij, de zon komt hier in de twee wintermaanden niet boven de bergen uit en voor alle bladgoud in de kerk is maar 8 à 9 kilo goud gebruikt. Erg efficient dus.

Tirol

In de vakantie staan we zelfs op zondag vroeg op. We kijken elkaar aan, wat doen we? Ja, we gaan fietsen vandaag, niet te ver, iets van 40 kilometer, maar wel naar een andere camping. Dus hup, alles inpakken en wegwezen. In het dorp komen we de fietsers van gisteren tegen. We puffen samen de helling op naar de Oostenrijkse grens. Daar stoppen we natuurlijk voor een foto, ondanks de passerende fietser die roept dat de helling nog maar 500 meter is. We vinden het veel te bijzonder om dit niet vast te leggen, van thuis uit naar Oostenrijk gefietst!

Het Leutaschtal dat hier op volgt voldoet aan alles wat een fietser zich wensen kan. Het heeft een fantastisch uitzicht, met giga bergen aan twee kanten, het dal is mooi groen en de huizen zijn karakteristiek, met Luftmalerei, bakken geraniums en stapelsbrandhout. Plus een weg die rustig is en maar licht glooit, zodat we ook de kans hebben ervan te genieten.

Er komt nog één flinke helling, met een stuk tot 12%. Hier is de weg ook drukker. Sommige auto’s lijken te vergeten dat er een caravan achter hangt, die breder is dan de auto, en ze scheuren rakelings langs ons heen. Steil en met veel stenen biedt de berm weinig uitwijkmogelijkheden, in jargon van de provincie Overijssel is deze berm weinig vergevingsgezind voor stuurfouten. Garmin geeft aan wat het hoogste punt is, iets voorbij het kruisbeeld, maar in de berm ontbreekt elke aanduiding. Daar kunnen ze hier in Oostenrijk waarschijnlijk niet aan beginnen. Maar voor ons is het een mijlpaal, de Buchener Höhe op 1256 meter. Van hier dalen we af naar het dal van de Inn. We doen vlug even een jasje aan tegen de frisse wind tijdens de afdaling. We gaan de bocht door, onze snelheid neemt toe en daar ligt ineens in de volle breedte het dal. Wat een spektakel! Weids en prachtig. En wij zoeven naar beneden, over een helling van 9-10% over 7 kilometer. Met pijn in de handen van het knijpen in de remmen.

1000+

Hoe mooi de locatie ook is, de camping is niet zo fijn dat we hier een extra dag willen blijven. We zijn vroeg wakker en beginnen de dag met de broodjes die over zijn van de lunch van gisteren. Om 8 uur zitten we op de fiets. De eerste kilometers langs de Ammersee zijn rustig. De meeste toeristen slapen nog. Af en toe komen we een vroege fietser tegen. Hier ergens passeren we onze 1000 kilometerstand. Als de weg een beetje draait zien we in de verte al de Alpen, wazig en nog heel ver weg. Daar gaan we heen vandaag.

Het landschap wordt ineens ook anders. Glooiende hellingen met groene weilanden, de eerste koeien met een bel, huizen met grote houten balkons en bakken geraniums. En ondertussen komen de Alpen steeds dichterbij. In een dorpje staat een kerkje volledig ingepakt in een zeil met de Duitse vlag. We stoppen en verbazen ons. Later blijkt het resultaat van een uitheemse boktor te zijn. Terwijl we daar staan te kijken, stoppen twee lokale racefietsers. Ze vragen of ze ons kunnen helpen. We raken aan de praat. Ze vertellen dat ze altijd met Sylvester in Amsterdam zijn en dan naar de Ftwkliezler gaan om fietsen te kijken. Tot mijn verbazing begrijpt Carry dat ze het hebben over de Vakantiefietswinkel.

En ondertussen komen de Alpen steeds dichterbij. We worden ingehaald door een groepje mountainbikers. De laatste blijft naast me rijden, hij informeert naar de reis en wenst ons viel Glück en dan ineens ligt daar de Riegsee met dobberende zeilbootjes en de Alpen op de achtergrond, om stil van te worden.

We drinken koffie in een Biergarten, het blijft wel Beieren. In een stadje verderop zitten twee vakantiefietsers aan de koffie. Natuurlijk stoppen we voor een praatje, zij zijn op weg naar Rome. En bij elke trap die we doen zien we de bergen dichterbij komen. Op het moment dat we denken dat er niets anders rest dan erover heen fietsen, buigt de weg. We rijden over een onverhard pad langs een turquoise riviertje, de bergen rijzen naast ons op en het is zó mooi. We fietsen hier gewoon tussendoor. Er kronkelt een slang voor me over de weg.

We bereiken Garmisch Partenkirchen, voor ons toch een magische klank, het is het eind van het eerste fietsboekje. We eten een ijsje en besluiten door te fietsen. We hebben niet veel vertrouwen in de camping hier en willen een rustdag. Dit betekent 5 kilometer stijgen, niet heel steil met max 8%, maar wel heel heet, 37 graden en op een fietspad langs een provinciale weg. Afzien dus. De bergen om ons heen worden ruiger, de toppen kaal. Na ruim 90 kilometer is daar de geplande camping. Het is zo mooi als we gedacht hadden, met veel bosschages en aan het water. Maar we hadden niet gedacht aan het hoogseizoen. Wat kunnen er veel mensen op een camping. Wat een drukte. Oké, dat is goed voor één nacht, meer niet.

Ammersee

We halen de fietsen op uit de vergaderzaal, waar ze deze nacht airco gehad hebben plus het gezelschap van twee andere Nederlandse fietsen. Hun eigenaren hebben we niet gezien.

Hoe de stad uit te komen blijft altijd een avontuur. Gelukkig heeft Carry de route op maat gemaakt en op de Garmin gezet. Dat maakt de weg vinden makkelijker, maar het fietspad vinden is een ander verhaal. Eerlijk gezegd snap ik er niets van, soms moet je op het voetpad, soms is er een tweebaansfietspad aan de overkant van de weg en soms fiets je gewoon tussen de auto’s. Wijzende mensen sturen ons bij en soms zijn we gewoon even lekker eigenwijs. Verder de stad uit fietsen we over de stuwdam, langs de kanobaan van de Olympische Spelen van 1972 en vervolgens langs de Lech. Nee, niet het vakantieskidorp van onze Lex en Maxima, maar een lokaal riviertje.

Het volgende stuk gaat door landbouwgebied, uitgestrekt en grootschalig. Wat een ruimte, heerlijk om doorheen te fietsen. En tegelijkertijd alle details, een klein stukje ingezaaid met een bloemenmengsel speciaal voor bijen, een kerktorentje in de verte en zelfs een veld zonnepanelen.

Het valt op hoe zichtbaar het geloof is in het landschap. Elk gehucht heeft een kerk, met een torentje met een ui bovenop. Bij de dorpsgrens worden we verwelkomd met Gruss Gott en het lijkt wel of bij elke kruising een kruisbeeld staat.

Ook nu komen we onderweg collegafietsers tegen, dit keer een stel op een tandem op weg naar huis vanuit Sienna. Het is altijd leuk om even te praten. Ook zij hebben het warm. Beste omschrijving voor de temperatuur van vandaag is ons pakje kaas achterop de fiets, het is compleet fondue geworden.

Eindpunt van vandaag is de Ammersee. De eerste camping lijkt ons erg druk. We mikken op de tweede camping, 10 kilometer verderop. De hoeveelheid campers die er staat belooft niet veel goeds. De baas verwijst ons door. We krijgen een eigen plekje verderop, op wat eruit ziet als de parkeerplaats, maar met een fantastisch uitzicht, plus een heerlijk restaurant op loopafstand.

Augsburg

Als we wakker worden is het trekkersveldje al aardig leeg. De twee Britten staan hun vouwfietsjes nog te bepakken, de Fransen installeren de vlaggetjes op hun aanhanger, iedereen is in beweging. Alleen in het tentje naast ons, van een moeder met twee puberdochters, is nog roerloos. Wij pakken op ons gemak in en vertrekken zonder ontbijt, want dat is er niet te krijgen. Het wordt een zwerversontbijt voor de Lidl, met broodjes kaas en sinaasappelsap uit de fles. Nog even een foto bij de Donau en dan geht’s wieder loss.

Ook vandaag zitten er wat stevige klimmetjes in, tot 12%. We trappen stevig door. Dat bordje met wegomleiding zien we uit een ooghoek, maar dat geldt niet voor ons. Denken we. Wel dus. We gaan niet terug. De eigenbedachte omleiding heeft eerst een flink gravelpad en daarna als bonus een lange geasfalteerde afdaling.

Het wordt haast afgezaagd, maar ook hier volgt het fietspad een railroute. Wat op valt is de kwaliteit van het fietspad. Het asfalt is strak, en op punten waar je op moet letten liggen er kinderkopjes, eventueel met een extra bochtje. Dat rijdt stukken beter dan gedoe met hekjes dwars over de weg. Tempo maken lukt hier ook, de racefietser die achter me plakt vindt de snelheid ‘wie ein Rennwagen’. Maar wellicht zegt dat meer over hem.

Eindpunt van vandaag is Augsburg. We komen op tijd aan, we willen ook nog wat van de stad zien. We kijken op ons gemak, de basiliek van St. Ulrich en Afra, de Maximilianstrasse. Daar willen we ook graag even binnen kijken in het Schaezlerpaleis. Tijd genoeg lijkt ons, want het is open tot 5 uur. Maar hoewel het nog vóór half 5 is, kost het ons heel wat overredingskracht om naar binnen te mogen, want ze gaan écht om 5 uur dicht. Uiteindelijk mogen we toch naar binnen om de feestzaal te zien. Die schijnt erg bijzonder te zijn en zelfs Marie Antionette heeft er nog gedanst op weg naar haar huwelijk in Frankrijk.

We worden wat aangestoken door de stress en laten alle voorgaande kabinetten met barokke schilderkunst links liggen. Dan is daar de feestzaal. Het eerste dat we zien is de grote steiger voor restauratiewerkzaamheden in het midden. Maar goed, de zaal is mooi, echt rococo met veel pracht en praal en goud en glitter. Daarna wagen we ons ook nog even in het deel met middeleeuwse schilderijen, van oa Holbein. Het is ondertussen 16.40. Binnen enkele minuten komen er twee bewakers op ons af. Ze melden dat de politie vindt dat het museum klokslag 5 uur dicht moet en vragen ons meteen naar buiten te gaan. Bij de deur naar buiten worden we opgelucht uitgeleide gedaan door een dame die ons nog meldt dat we wel de tuin, een pareltje in de binnenstad, nog kunnen bezoeken. We mogen hier ten volle genieten van het bijzondere, originele ontwerp en van de kersen, die helaas nog niet rijp zijn. We hebben van dit aanbod geen gebruik gemaakt.

Donau

Vandaag gaan we op weg naar de Donau. In een van de eerste kleine dorpjes die we passeren staat een agent in uniform, met een extra geel hes erover, verkeersles te geven aan 6 kinderen van een jaar of 8. Natuurlijk volgen wij keurig de verkeerregels. Maar dan komt er een fietser van rechts, hij wil onze straat indraaien, ik knijp in mijn remmen om hem volgens de regels voorrang te verlenen. Achter mij hoor ik de agent zeggen dat verkeer van rechts voor gaat. De fietser kijkt me aan, knikt, ik rij door en hij maakt een mooi bochtje om me heen. Achter me hoor ik de kinderen lachen….

Wat verderop zien we aan de overkant van het dal een kasteel staan. We wijzen, het ziet er mooi uit. Dan buigt de route, kronkelt wat, en hup, daar zitten we op de weg naar boven. Een flinke klim. Het kasteel zien we van heel dichtbij. Met deze klim gaan we meteen over de waterscheiding heen, van nu af aan stromen onze zweetdruppels niet meer naar de Noordzee, maar richting Zwarte Zee.

Het landschap wordt ook anders. De route naar beneden gaat door weides met stevige dennenbossen er langs. De vakwerkhuizen zijn helemaal verdwenen uit het landschap en de kerktorens hebben geen spits meer maar een uivormige spits.

We komen langs het klooster dat we gisteren hadden willen bereiken. Een mooie plek, jammer dat dat niet lukte, maar we zijn blij dat we met de hitte niet zo ver hoefden (van onszelf),

Langs de spoorlijn gaan we verder. Zo’n railtraject is soepel fietsen. Langzaam dalen we naar de Donau. Dat klinkt serieus, zo voelt het ook, ergens vandaag zijn we over de helft van de afstand naar Venetië gegaan. Het laatste stukje valt me niet mee, ik heb last van de hitte, 36 graden. We maken een omweg op zoek naar een bouwmarkt. Iemand hier heeft bedacht dat camping gaz alleen bij bouwmarkten te koop is. Het was wat vragen en zoeken voor we daar achter kwamen.

Het trekkersveldje van de camping waar we terecht komen, is klein en heeft weinig schaduw. Het grenst wel aan de Biergarten. We mogen zelf een plekje zoeken. In de schaduw is het al behoorlijk vol. We installeren ons tussen de schommel en een speelbootje. De Friezen die we eerder tegen kwamen, staan een stukje verderop. We eten samen op het terras. Ondertussen vult het veldje zich met fietsers en hun tentjes. Onze route kruist de Donaufietsroute, dat verklaart de drukte. Het is wel duidelijk dat de gemiddelde leeftijd van de Donaufietser een stuk lager is dan die van de fietsers langs de Rijn. Aan het eind van de avond is het veldje vol als bij Lowlands op de eerste avond.

Reitsma

‘Alle wegen leiden naar Rome’ is het gezegde. Dat klopt hier niet echt, we kunnen het beter vervangen door ‘alle fietsers fietsen Reitsma’s route naar Rome’. Tot nu toe zijn we er twee tegen gekomen die ook werkelijk naar Rome gaan, anderen waren op weg naar Verona, naar Augsburg en wij zelf dus naar Venetië. In dit deel van Duitsland, waar niet veel campings zijn, kom je elkaar gemakkelijk tegen op de camping. En in een klein dorp met Montagruhe tref je elkaar vervolgens ook in dat ene restaurant dat open is. Het werd een mooie avond.

Reitsma is de maker van de route naar Rome en hij schijnt ‘m zelf ook nog regelmatig te fietsen. Een beetje perfectionist is hij wel, denken we. Toen we aankwamen op de camping en duidelijk werd welke route we fietsen, kregen we een kopietje van een verbetering van de route. Een stukje nieuw fietspad verving een eerder traject met een steile helling.

Het is trouwens wel heel prettig om de route te fietsen met Garmin, een soort TomTom voor fietsers. De ervaring van mensen die het alleen met de tekst uit het boekje doen is toch dat bij elke kruising discussie en zoeken is. Daarom had iemand gisteravond de suggestie dat we bij elke kruising een R plakken, op de manier waarop de Jacobschelpen naar Santiago wijzen.

Eigenwijs als we zijn, volgen we wel de route, maar kiezen we onze eigen overnachtingslocaties. We vonden de route voor vandaag aan de korte kant, 50 kilometer slechts, waarschijnlijk ingegeven omdat er een camping is en de volgende camping pas 70 kilometer verder ligt. We kozen dus een mooi klooster op 85 kilometer om te overnachten en gingen op weg.

We starten langs de Kocher, daarna volgen we de Jagst. We blijven stroomopwaarts gaan. Kleiner dan dit worden de riviertjes niet. Nog steeds stroomt het water waar we langs fietsen naar de Noordzee. Langzaamaan komen we in de buurt van de waterscheiding. Het worden echte heuvels hier. Dat betekent dat we moeten klimmen.

Het wordt steeds heuvelachtiger. Ook de dorpen veranderen langzaamaan, we zien steeds minder vakwerkhuizen en steeds meer huizen in pasteltint. En het is heet, om half 12 al 32 graden. Bij de koffie hakken we de knoop door, deze ketters gaan niet naar het klooster, het is vandaag té ver en té heet. We stoppen na 50 kilometer bij de camping die het routeboekje adviseert. Het is helder: Reitsma is right!

Neckar

Zo’n fietsroute is ook goed voor onze aardrijkskunde, vooral topografie. De route voert nu naar de Neckar, een van de zijrivieren van de Rijn en naar Heidelberg. Voor ons een goede plek om met Gorgias en Elmy de toerist uit te hangen. Heidelberg is een mooie, oude stad. Eind zeventiende eeuw is ze twee keer veroverd en verwoesd door Fransen en daarna weer ogebouwd. In de tweede wereldoorlog is ze behouden omdat de Amerikanen haar al aangewezen hadden als hun toekomstig hoofdkwartier. Een stad waar ook de basis ligt van de Heidelbergse catechismus en waar het eigenlijk te warm was om veel te doen.

Vandaag scheidden onze wegen zich weer en wij volgen de Neckar stroomopwaarts. Een route door mooie landschappen, wat kleinschaliger dan de Rijn, met van die pittoreske dorpjes met vakwerkhuizen en een kasteel boven op de berg. Alleen de stoomtrein die je zou verwachten is vervangen door een intercity.

We peddelen lekker door. De hoeveelheid tegenliggers is veel minder dan bij de Rijn. Wel komen we af en toe een zaterdagochtend-senioren-fietsclub tegen. Een keurig rijtje fietsers, allemaal beetje angstig kijkend, krampachtig sturend, met voorop een ferm type met een geel hes aan. Ze stralen een soort van opluchting uit als het hen lukt ons onbeschadigd te passeren. Dat levert weinig problemen op want de meeste paden, verhard en half verhard, zijn breed genoeg.

Ons doel van vandaag is een camping na 75 kilometer. De website ziet er goed uit en we hebben het plan er twee nachten te blijven. Dat wil zeggen, tot we de camping zien. Er is een nieuwe eigenaar, het hokje van de receptie zit helemaal dicht en vanuit de eerste caravan naast de ingang meldt een dame ons dat we bij haar een tientje per persoon per nacht kunnen betalen. We fietsen eerst een rondje over de camping. Het blijkt een soort semi-permanent bewoond kamp te zijn, met bij elke caravan een eigen generator. Alleen de sloopauto’s ontbreken nog aan het beeld. We voelen ons niet helemaal de doelgroep en besluiten 12 kilometer door te fietsen. De entree van de volgende camping is niet een van de gastvrijste, met draaihekken en slagbomen, maar er is plaats en de douche is warm. Eén nacht kunnen we het hier wel uithouden, zelfs als de dame uit de kantine gaat zingen bij een keyboard en iedereen spontaan de foxtrot danst op Duitse jaren-60 liedjes.

Papbenen

Op de een of andere manier hadden we bedacht dat we onderweg zouden ontbijten. Dat was geen slimme zet. Het lijf wilde voor geen meter, de enige vraag was ‘waarom?’. Dus op het eerste beste bankje, heel gezellig aan een grote parkeerplaats bij een supermarkt, zijn we gaan zitten om te ontbijten. Daarmee werd het leven makkelijker, maar de vraag ‘waarom’ bleef. Het is hoognodig tijd voor een rustdag dus, maar de camping van afgelopen nacht vonden wij daar echt niet voor geschikt. Dus werd het een kwestie van doorzetten.

Het traject langs de Kocher, een zijriviertje van de Neckar, maakt het fietsen wel gemakkelijker. Het volgt een oud spoortraject, met grote bochten door het landschap, loom en met glooiende hellingen, die niet echt steil worden. Tijd voor koffie! En hoewel het pas half 12 is op zondagochtend, bestellen de mensen op het terras hun lunch al. Dat viel vorige week zondag ook op: Samen lunchen op zondag is hier echt een dingetje.

De route kabbelt voort. We ploeteren door. Tijd voor een middagdutje. Dat helpt wel wat. Geleidelijk aan verandert het landschap. Het dal wordt breder met beboste hellingen en middendoor loopt ons fietspad. Af en toe passeren we een dorpje. Nog steeds mooie kerkjes en vakwerkhuizen. De hellingen worden steiler en af en toe hebben we een klimmetje. Grappig trouwens dat Strava meet dat we wel dubbel zo veel klimmen als volgens de gegevens op Garmin. Die laatste resultaten lijken wat meer op die uit onze routeomschrijving (maar zijn beduidend minder stoer, vandaag 672 hoogtemeters of 298; gisteren zelfs 1153 of 379).

De camping waar we uiteindelijk landen voldoet aan alle wensen voor nu en voor een extra rustdag: een trekkersveldje met voldoende schaduw, een kabbelend riviertje en een koud biertje. En in het dorp een restaurantje. We verbazen ons over alle bouwactiviteiten in dit kleine dorp. De mountainbikers naast ons leggen het uit. Twee jaar terug is in een van de bergbeken een dam gevormd van wat boomstammen die achter stenen bleven haken. Toen de dam brak knalde het water in één keer door het dorp. Het filmpje op YouTube (https://youtu.be/Mh7FV31w5RY) is indrukwekkend.