Terug naar Venetië begint in Zwolle op het station. Een conducteur waarschuwt ons dat vanmiddag de huldiging van Ajax is. Hij vraagt zich af of er voor ons wel plaats is in de trein. De supporters zien het anders. Het treinhalletje is vol, gastvrij en gezellig. De trein blijkt mee te kunnen deinen als een coupé vol begint te springen en te joelen.
Op Schiphol volgen we onze gebruikelijke taakverdeling. Ik duik de krochten van het gebouw in op zoek naar twee fietsdozen. Carry haalt de fietsen uit elkaar. Om ons heen verwonderen mensen zich wat we doen. De fietsen gaan in de doos en onze fietstassen gaan in een grote tas. We checken in. De fietsen gaan naar bijzondere bagage. Dan begint het wachten op onze vlucht. Nog thuis kregen we al bericht dat over vertraging en het wordt alleen maar erger. Het stelt ons geduld op de proef, maar het betekent vooral dat we vanavond geen tijd hebben om in centrum Venetië te gaan eten.
De fietsen komen goed aan. We zetten ze in elkaar, pompen de banden op en fietsen het vliegveld af. Dat is zo’n mooi moment, dan begint de vakantie echt. En we herkennen het. Hier zijn we in augustus gestopt en hier pakken we de draad weer op. We hebben geen zin in een hotel vlakbij het vliegveld, dus dat zijn de eerste 16 kilometer.