We willen een blokje wandelen door de thee. De hoteleigenaar heeft wel een tip, de Gap Road Munnar. Dat wordt dan geen wandelen, maar fietsen. Morgen doen we dit traject ook, maar dan met bepakking en ruim 80 kilometer te gaan, dus vandaag doen we vast een fotorondje.
Het is pittiger dan gedacht, met 400 hoogtemeters in 16 kilometer. De uitzichten over de thee maken veel goed.
Zo’n rustdagje geeft ook de tijd om overal op het gemak te kijken. Een kopje thee hoort erbij. We zijn hier helemaal over op thee met melk en suiker. De thee heeft een heel ritueel. Het begint met een beetje diepzwarte thee en een flinke schep suiker. Dan wordt de melk overgegoten in een kannetje, en weer een kannetje, dan in het kopje. Er komt vanzelf een klein laagje schuim op en belangrijker, geen vellen! Voor 10 cent per kopje drinkt iedereen de hele dag thee.
In de bazar kopen we dadels voor onderweg. We raken aan de praat met de eigenaar. Hij laat koffie halen. Het ziet er allemaal misschien wat rommelig uit, maar de winkel bestaat al sinds 1906. Binnenkort doet hij de zaak over aan zijn zoon. We krijgen voor onderweg twee zakken amandelen mee.
Ontbijt is vanaf half 9. Op deze hoogte, 900 meter, wordt het niet zo warm, dus eten we een bordje kikkererwtencurry mee. De eerste twee kilometer zoeven we naar beneden, we kruisen de rivier weer met een dam en dan begint het klimmen.
Het is druk op de weg. We vragen ons af of dit de ochtendspits is of dat iedereen onderweg is naar de theevelden. De weg is smal en ik mopper als ik door een inhaalmanoeuvre tot twee keer toe van mijn fiets moet. Na al die jaren valt bergop opstappen op een fiets met bagage nog steeds niet mee.
Het is behoorlijk toeristisch. Langs de kant staan mannetjes die jeepsafaris aanprijzen. Ze lachen als ik zeg dat ik een fietssafari doe. We rijden de theevelden in. Het uitzicht is schitterend. Het valt wat tegen dat het zo druk is op de weg, Gedachtenloos rondkijken is er echt niet bij.
We manoeuvreren langs wat uitzichtpunten waar het vol auto’s staat. Hier zien we een paar Europese gezichten, maar het merendeel zijn lokale toeristen. En zoals je in Nederland met klompen aan op de foto kan, kun je je hier een uitdossen met een hoedje en een mandje theeblaadjes.
Als we in een rustige bocht op het gemak staan te kijken, stopt er een Indiase fietser. Hij doorkruist India en heeft er al 8000 kilometer op zitten. Hij wil wel een selfie en wij natuurlijk ook. Geroutineerd trekt hij een driepoot uit zijn bagage, hangt zijn camera erin en hop, alles is vloeiend geregeld.
Eindpunt van vandaag is Munnar op 1460 meter hoogte. Rond het middaguur is de temperatuur nog steeds prima. Goede plek voor een rustdag.
Om 7 uur is het kamp nog uitgestorven. We verbazen ons dat op een plek waar het zo warm wordt de dag niet eerder begint. Als we aan het ontbijt zitten komt de Indiase fietser nog even dag zeggen en bij vertrek wil de eigenaar nog een filmpje waarin we vertellen hoe fantastisch deze plek is. Wat mij betreft scoort hoog dat het vannacht heerlijk fris was.
We rijden over de hellingen langs de Periyar rivier. De uitzichten zijn fantastisch. We klimmen wat, we dalen wat. Het gaat allemaal heel soepel.
We stoppen voor een kop thee. De man legt ons uit dat de rivier vol waterkrachtcentrales ligt. Hij geeft aan dat we nog een kilometer of tien door het bos rijden en dan over een dam gaan. Een gesprek als dit is niet vanzelfsprekend want lang niet iedereen spreekt goed Engels. De officiële taal in Kerala is Malayalam, in heel India is het Hindi. Op school wordt wel Engels geleerd, maar bij veel mensen is dat erg roestig.
Na veertig kilometer steken we de rivier over. Nu rijden we in de zon. Het fietsen wordt meteen anders, harder werken. En dan moet straks het échte klimmen nog beginnen. Veel van het tegemoet komend verkeer is getooid met rode vlaggen met hamer en sikkel. Hier bestaat de communistische partij nog en is zelfs de grootste. Vandaag hebben ze een congres, maar onderweg willen de partijgangers beslist even op de foto.
En als we bij het hotel zijn heeft Strava 1367 hoogtemeters geregisteerd.
5 februari Athirapilly – Thattekad Het eerste stuk van vandaag rijden we terug. Nu voelen we hoe we gistermiddag in de hitte zijn geklommen. We kruisen de Periyar rivier.
De weg gaat door palmolie-plantages. Bij een slagboom zit een ranger op zijn telefoon te kijken. Hij roept dat we moeten uitkijken voor olifanten. Prompt zien we er een. Met de auto zouden we gestopt zijn voor een foto, op de fiets voelt het toch anders.
We rijden weer door rubberplantages. Her en der staan groepjes brommers en zijn mensen aan het werk. Een vrouw houdt me aan voor een selfie. De weg is bij vlagen erg slecht, we stuiteren door de kuilen en over stenen. Op het wegdek wordt gewaarschuwd voor vuur en no-smoking. We slingeren door groepjes koeien. De honden die we zien houden afstand.
We passeren de afslag naar het eeuwenoude kerkje van Mayalattoor, dat gesticht zou zijn door de apostel Thomas, Er is zelfs een voetafdruk van de apostel bewaard. Op deze woensdagochtend is alles uitgestorven. Bijkomend voordeel van deze publiekstrekker is dat vanaf hier de weg goed is.
We passeren regelmatig irrigatiekanalen. We rijden een mooi stuk door het groen langs een kanaal. De aansluitende weg is slecht. Gelukkig wordt er aan gewerkt. Het nieuwe asfalt wordt houtgestookt.
Even een statistiek tussendoor, Kerala is een van de kleinere deelstaten van India. Het is bijna net zo groot als Nederland en heeft 36 miljoen inwoners.
Vanavond slapen we in een tent, met airco, aan de rivier. We hebben uitzicht op de bergen en het vogelreservaat aan de overkant.
Het hotelontbijt is om 8 uur. Wat ons betreft is dat aan de late kant. Carry probeerde gisteravond roomservice te regelen om half 8 en kreeg wiebelende hoofden en vage toezeggingen. Vanochtend is het duidelijk, vóór achten is er niets te krijgen. Dus klokslag 8 zitten wij in onze fietsoutfit aan de curry. De receptionist snapt ons probleem niet, ‘over de highway ben je er makkelijk in 2,5 uur’.
Om half 9 storten we ons in de ochtendspits. Het is één groot spel onder het motto ‘go with the flow’: je rijdt zonder aarzelen in de door jou gewenste richting en het verkeer past zich aan. Zo gauw je twijfelt, bijvoorbeeld als er ineens een bus van links komt, snappen anderen niet meer wat je wil en wordt het moeilijk. Het gaat Carry wat soepeler af dan mij en hij wacht me op in de schaduw van een viaduct. Het wordt meteen een oploopje.
Buiten de stad hebben we even een klein onverhard paadje tussen de bananen door, voor we over smalle weggetjes door rubberplantages rijden. Vandaag begint het klimmen en we rijden heerlijk in de schaduw met een fris tegenwindje uit de bergen.
We stoppen bij een hotel om wat te drinken. Dit is India logica, een hotel is niet een plek om te slapen maar om wat te eten of te drinken. Het limoensap is gezouten en niet gezoet. Op zo’n hete dag is dit een prima idee.
We fietsen op het gemak door. Er zitten steile klimmetjes in, die gelukkig nooit lang duren. Maar als je zo langzaam omhoog gaat voel je de hitte. Naar beneden rijden koelt weer lekker af. We zien de eerste vergezichten met heuvels.
Van gisteren hebben we geleerd dat we echt voldoende moeten eten en drinken. Dat doen we. Als we ergens stoppen trekken de fietsen, en vooral de riem, altijd bekijks. Het mannetje waar we lunchen met wat gefrituurde happen en thee met melk en suiker is ook 63. Hij vertelt meteen dat het komt door niet roken en geen alcohol.
We rijden door een natuurpark. Het lijkt erop dat de borden waarschuwen voor olifanten, maar zeker weten doen we het niet. Geen olifant gezien, wel grote antilopen en wat apen.
Athirapilly, onze bestemming van vandaag, is beroemd om de waterval, het Niagara van India. Na een middagdutje gaan we erheen. Helaas is het park om 5 uur dicht, dus we zien de watervallen alleen vanaf het uitzichtpunt. Ze zijn indrukwekkend, ook nu in de droge tijd. Het schijnt dat in de natte tijd de rotsen helemaal overspoeld worden en de vallei vol waterdamp staat.
We gaan op tijd terug naar ons hotel, want vanavond zijn we uitgenodigd voor de verjaardag van de dochter van de manager.
Vandaag rijden we naar Thrissur. We buigen vrij snel af van de kust en fietsen door het binnenland. Het is één uitgestrekt woongebied met veel winkeltjes. We rijden over smalle verharde weggetjes langs huizen met veel groen. Niet dat iedereen een grote tuin heeft, maar er staan veel bomen en struiken rond de huizen. Veel mensen hebben een halfhoge muur om de tuin dus de weg is heerlijk onoverzichtelijk. Bij elke bocht is het de vraag hoeveel tuktuks en brommers ons tegemoet komen.
We stoppen bij een bakkerij om wat te eten. Het wordt vers limoensap en een chapatti, met een scherpe vulling. Ik voel de kip gloeien in mijn maag. Verderop spelen ze cricket, het deelstaatkampioenschap onder 13. In de brandende zon ziet er vooral heet uit.
Nog steeds pak ik bij bochten regelmatig de verkeerde afslag. MapOut als navigatie is mijn vriend nog niet. We hebben wel echt een navigatiesysteem nodig, want de borden zijn onleesbaar. Wat je ziet is overigens geen Hindi maar Malayalam, de taal van deze deelstaat.
In de buurt van Thrissur rijden we nog een stuk door de rijstvelden. De rijst is bijna rijp. Hier komt de wind van ver en het is minder heet. Het laatste deel is ploeteren. Er moet eerst veel koude cola in voor ik me waag aan het laatste stuk.
Aan het eind van de middag lopen we Thrissur nog even in. De duizendjaar oude Vadakkumnathan tempel, komen we niet in zonder Hindoelidmaatschapskaart.
We slenteren wat rond. We steken de drukke weg onderdoor met voetgangerstunnels en doen een rondje over de markt. De verschillende kruiden zijn fantastisch. We proeven een onduidelijk vruchtje voor de viscurry en bittere mango.
Er is een oploopje bij iemand die 102 uur gevast heeft om zijn doel kracht bij te zetten. Hilarisch is dat Carry begrepen heeft dat hij strijdt tegen de vervuiling en dat hij volgens mij alcohol wil uitbannen. En in beide gevallen zijn ze hier aardig op weg, in het restaurant is geen bier te krijgen en de stad is opvallend schoon.
Eindelijk stappen we op de fiets. We houden het nog bij een bescheiden afstand want mijn verkoudheid is nog niet weg. Al na 800 meter mogen we van de fiets af en met een grote pont de rivier over. Als we aan de overkant weer opstappen voelt het alsof de vakantie echt begonnen is. Het eerste stuk rijden we langs een bedrijventerrein. Op deze zondag staan de vrachtwagens langs de kant van weg en is het heerlijk rustig.
Het rijden met MapOut in plaats van het vertrouwde Garmin is even wennen. Gebruik van een Garmin op je stuur is in India verboden op basis van een wet uit 1933, de Indian Wireless Telegraphy Act. Er zijn berichten van mensen die om deze reden zijn opgepakt, dus we houden het bij onze telefoon. Onze route gaat over rustige achterafweggetjes. Het is fantastisch groen overal. Mensen groeten en lachen.
We rijden langs de kust, maar de Arabische Golf is niet te zien. Overal zijn granieten blokken gestapeld als kustbescherming. Op het moment dat er een opgang zit, zetten we de fiets stil om even naar de zee te kijken. Prompt worden we verrast door een school passerende dolfijnen.
We rijden door. De omgeving is misschien het beste te omschrijven als een visserijlandschap. Overal zijn waterpartijen die met elkaar on verbinding staan. We fietsen er via smalle paadjes tussendoor.
Net als ik me in een dorpje afvraag of er olifantenpoep langs de weg ligt, zien we aan de overkant een groot festival. Omringd door een menigte mensen lopen vijf versierde olifanten een rondje. Carry gaat foto’s maken, ik blijf in de buurt van de fietsen. Prompt wordt ik aangesproken door een groepje giechelende meisjes dat graag samen op de foto wil.
Het is warm als we weer op de fiets stappen. Het zeebriesje is prettig. We fietsen op het gemak de laatste paar kilometer naar ons hotel aan zee.
Na een dag in bed met een Hollandse griep gaat het vandaag gelukkig beter, dus gaan we weer samen op stap. We halen een simkaart. Dat gaat ongelooflijk soepel, binnen 10 minuten staan we buiten met 1,5GB per dag.
We wandelen richting rivier, heerlijk in de schaduw van grote, oude bomen. De stoep is een avontuur van hekjes en losliggende stenen. Op straat rijden vooral tuktuks en brommers en af en toe wat auto’s.
Er wordt gevist. De hoge netten worden naar beneden gelaten. Een kluit dikke stenen vormt het contragewicht. Per keer is de vangst karig. Maar ze blijven herhalen. Langs het pad staat een kraam waar de vis verkocht wordt.
Dit is een toeristisch stukje stad met veel koloniale huizen. We drinken wat bij het VOCgate café. Kleine herinnering aan de Nederlanders die hier ooit 100 jaar gezeten hebben. Er schijnt zelfs nog een Dutch cementary te zijn, maar zo ver gaat mijn energie nog niet.
Na een middagdutje gaan we naar Nalavharitham, een Kathakali dansvoorstelling ofwel een klassieke dansvorm uit Kerala. Ook bij het schminken kunnen we kijken. Het is bijzonder te zien hoe een logge man transformeert in een elegante prinses, met verbazingwekkend subtiele bewegingen. We hebben een papier met uitleg van het verhaal gekregen, maar eerlijk gezegd vragen we ons af of dit is wat we zien. Het neemt niet weg dat het intrigerend mooi is.
Zwolle-Amsterdam-Abu Dhabi-Cochin, 29-31 januari 2025
Laat je uitzwaaien door Hester. Stap in een vliegtuig en voor je het weet ben je een dag verder.
Immigration werkt voorbeeldig. Rijen klassieke fauteuils strak in gelid, beschikbaar om het wachten aangenamer te maken. Helaas hebben wij het verkeerde formulier geprint. Geen probleem. Immigratie zoekt het juiste nummer op en 5 minuten later is ons paspoort afgestempeld. Alles met een glimlach.
Buiten staat een taxi op ons te wachten. Oeps, de fietsen moeten met doos en al op het dak. Twee dunne touwtjes om ze vast te zetten. Totaal onverantwoord. Welkom in India.
Een ritje van een uur naar het hotel. De stad is druk, het verkeer slingert door elkaar. De stad is groen, redelijk schoon en georganiseerd. De middenberm staat vol bloeiende struiken en bomen. Het aantal reclameborden op naast en boven de weg kan concurreren met Times Square. Bij de Hyundaidealer is het druk. Mensen staan in de rij. Het gaat goed met India.
Cochin is op een prettige wijze toeristisch. Veel terrasjes, restaurantjes in oude koloniale straatjes. Het beeld van de kust wordt bepaald door de Chinese netten.