Iseo

31 juli San Felice de Benaco – Palosco

Vanaf de camping moeten we meteen aan de bak. In de eerste paar kilometer stijgen we ruim 200 meter. Het is zo steil dat we niet harder dan stapvoets rijden. Natuurlijk worden de uitzichten over het Gardameer ook steeds mooier. 

Na een kilometer of 15 rijden we weer langs een riviertje. Op dit traject heeft niet alleen het water weinig ruimte, ook het fietspad is behoorlijk ingeklemd tussen water en grote weg.

Langs een lelijke cementfabriek, waar we al eens eerder over geschreven hebben, rijden we Brescia in. Het is een mooi provinciestadje en we stoppen aan een van de pleinen voor koffie. Twee vakantiefietsers willen de kerk aan de overkant bekijken, ze parkeren hun fiets naast de onze en vragen of we een oogje in het zeil willen houden. Fietsers onder elkaar?

Vanaf hier rijden we op de Ciclovia della cultura naar Bergamo. Een prima, redelijk vlak fietspad met steeds weer uitzicht op de bergen. We vragen een voorbijganger naar een plek voor de lunch. Die is net om de hoek. We zouden er zo voorbij gefietst zijn, met een in het groen verscholen entree. De uitstraling is enorm luxe, maar ook in onze fietskleding zijn we welkom. Voor 20 euro is er een prima menu van de dag.

Het is zonnig vandaag en niet te warm. Goed weer voor een siësta in de schaduw. En lekker weer om te fietsen.

Tot aan het meer van Iseo loopt het fietspad door. We worden er blij van. Het is vrij vlak met goede verharding. Het loopt door wijngaarden en achterafhoekjes en de uitzichten op de bergen zijn fantastisch. Langzaam dalen we weer tot aan het meer. We draaien een bocht om en ineens staan we aan de oever.

Burenborrel

30 juli Verona – San Felice del Benaco

Als we de straat uit rijden, komen we nog even langs de Arena. Dan rijden we de stad uit door een puzzel van eenrichtingsstraten.

Er loopt een mooi fietspad naast de weg. Het is jammer genoeg niet open. Dat betekent dat bij elke kruising oranje plastic versperringen hangen. We blijven dus gewoon op de weg. Dat gaat prima. We krijgen alle ruimte, zelfs van Nederlandse auto’s. 

De route-omschrijving geeft aan dat we een goed fietspad langs de rivier de Mincio gaan volgen. We slaan af en rijden met een klein bruggetje over een mooi stroompje. Ik stop voor foto’s, maar dit is nog niet de Mincio. Die ligt wat verder op, een grote bak turquoise water die niet zo spannend is. 

Na de koffie in Monzambano kronkelen we door de wijngaarden naar Desenzano. We hebben wat korte pittige hellingen, maar het is vooral dalen. Het is jammer dat het bewolkt is. De uitzichten op het Gardameer zouden anders nog mooier zijn.

Vanaf hier wijken we af van onze geplande route. We rijden tien kilometer corvé naast een constante stroom van vooral buitenlandse auto’s. We vinden een camping met een plekje met mooi uitzicht.

Dan rijden we nog even stevig omhoog, zodat we alsnog bezweet aankomen bij de Wipstrikparkburenborrel. 


Verona

29 juli Masi – Verona

Na een herfstig dagje gisteren, met minder regen dan voorspeld, stappen we vanochtend weer op. Het weer voelt bijna voorjaarsachtig. Het fietst makkelijk door het vlakke land. We moeten er nog even van genieten want de Dolomieten komen steeds dichterbij. 

Vandaag volgen we voor de laatste keer de Reitsma-Rome route. Het is weer goed bevallen. We zijn wel tot de ontdekking gekomen dat ons boekje, uit 2019, niet meer helemaal up-to-date is. De gpx uit 2025 volgt deels andere trajecten. Vanaf morgen gaan we verder op de Benjaminse Venetië route. 

We drinken koffie in Montagnana, een klein stadje dat nog helemaal ommuurd is. Het verveelt nooit, onder de poort door rijden en kijken waar je uitkomt. 

We rijden verder langs de Adige. Ook nu weer over een brede hoge dijk. Onze theorie van vandaag is dat de rivier door aanslibbend materiaal steeds hoger komt. Nu ziet het eruit als een kalm stroompje maar aan de bedding is te zien dat het niet altijd zo is. 

We laten de Adige achter ons. Via de krochten van een bedrijventerrein rijden we naar een Decathlon voor camping gas. Van hieraf rijden we naar het centrum. Natuurlijk gaan we onder een poort door en langs een stadsmuur. Voor we het weten staan we naast de Arena. Ons hotel ligt een stukje verderop. De Duitser in de mercedes vindt dat we hem als gast van het hotel in de weg staan, maar ook fietsers kunnen hier logeren.

We wandelen een rondje door de stad, we zien het balkon van Julia en we maken zo maar precies dezelfde foto als 10 jaar geleden op onze eerste fietsvakantie.

Salve

27 juli Ferrara – Masi

Gisteravond regende het. Buienradar voorspelde urenlange helse buien. Dat viel gelukkig mee. Na het eten was het al weer droog. Voor morgen blijft de verwachting erg slecht, met schattingen van 18 tot 35 mm neerslag.

Vanochtend is het in elk geval heerlijk zonnig. We rijden eerst op het gemak een rondje door de stad en gluren binnen in wat kerken. In de kathedraal walmt de wierook ons tegemoet. 

We steken de Po over. Het smalle paadje langs de brugleuning is een uitdaging voor mijn hoogtevrees. Van hier af rijden we een paar kilometer over de dijk voor we weer het binnenland in gaan. Het landschap van de Povlakte is niet zo spannend. Er is zoveel mais dat we onszelf op een gesprek betrappen over de hoogte van de Italiaanse mais in vergelijking met de Nederlandse.

Van veraf steken de kerktorens boven alles uit. De bouwstijl verandert. Aan de architectuur zien we dat we de Veneto naderen. En of het de zondag is, of de andere streek, passanten groeten ons met ‘salve’. Onze enige associatie is ‘salve Maria’ maar het blijkt een normale, wat formele groet.

Er zit niet veel leven in de gehuchten waar we doorheen fietsen. Maar een kerk is er altijd en een kroeg ook. We stoppen voor koffie. De mannen van het dorp zijn heftig in discussie over de politiek en ook voor twaalf uur ‘s ochtends hoort daar wijn bij. 

Kilometers lang rijden we langs de Adigetto, een zijarmpje van de Adige, dat doorloopt naar de Po. Dit riviertje heeft wel heel weinig ruimte. Onze inschatting was dat het een irrigatiekanaal was, gezien alle regelwerken en de betonnen oevers. En ondertussen komen de Dolomieten dichterbij.

In Lendinara willen we lunchen. Er zijn wat mooie terrasjes, goeie pleintjes en oude gebouwen, maar verder dan een kleffe tosti komen we niet. Wat verderop landen we in een hotel in the middle of nowhere. Daar wachten we de buien van morgen af.

Povlakte

26 juli Lugo – Ferrara

We beginnen de dag met een rondje door Lugo. We passeren het 14e eeuws fort en rijden dwars door het pavaglione, een groot vierkant gebouw met een plein in het midden. Dan rijden we langs een kanaal de stad uit. Het is heerlijk weer. De buien van vannacht hebben de lucht schoongespoeld. Het landschap is vlak, het uitzicht weids. En een beetje eentonig, sorghum, zoet geurende klaver en af en toe een veld tomaten.

Rond Argenta rijden we een mooi onverhard pad op de dijk. Techneut als we zijn verbazen we ons over het formaat van de dijk, bij een klein riviertje en een wat groter kanaal. Ook verderop loopt het pad onverhard door. We missen bijna de afslag naar het asfalt, zo gedachtenloos fijn is het fietsen.

Als we verder rijden zien we steeds vaker boomgaarden. Fruitbomen met takken die buigen onder het fruit. Toch maakt het geheel geen welvarende indruk, meer een beeld van hard werkend de eindjes aan elkaar knopen. In de verte zien we voor de eerste keer de dolomieten.

In een gehucht gaan we lunchen. Op de deur wordt George Elliot geciteerd ‘niemand kan wijs zijn met een lege maag’. Dat is het hipste van de zaak. Binnen is het druk met mensen uit de buurt die komen voor het dagmenu van 15€, inclusief kwart liter wijn en koffie. Voor ons is het een toevalstreffer, al laten we de wijn nog even achterwege.

Het laatste stuk rijden we langs een slingerende oude arm van de Po. Hier valt op dat we alleen krekels horen bij boerderijen waar voldoende bomen staan. Daar zingen ze oorverdovend. 

Langs de stadsmuur rijden we Ferrara binnen. We rijden onder een grote boog door het centrum in. Uitgaand van alle weerswaarschuwingen hebben we een hotel genomen. Voorlopig lijken alle buien Ferrara te vermijden.

Rubicon

25 juli Santarcangelo di Romagna – Lugo

Het is gelukt. De fietsenmaker heeft de krank opnieuw uitgeboord en de trapper zit min of meer op zijn plek. Niet helemaal recht. En de fietsenmaker zegt, alsof hij een huisarts is, dat het beter was geweest om eerder te komen. We duimen dat deze reparatie goed genoeg is om mee thuis te komen. 

Na de koffie stappen we alsnog op. Het is wat bewolkt en daarmee heerlijk fietsweer. Ik rij verkeerd en kruis bijna een klein riviertje. Even verderop steken we dit riviertje wel over. De Rubicon. We moeten onze klassiekers even opfrissen, maar dan weten we het weer. Met Caesar hebben we een beroemde voorganger in het kruisen van de Rubicon. Hij ging de andere kant uit, naar Rome, en ontketende een burgeroorlog. Onze ambitie gaat niet verder dan naar het noorden fietsen. En we weten nog niet eens waarheen vandaag.

Bij een muurschildering van Pantani slaan we linksaf naar Cesenatico, zijn geboortedorp. We passeren zelfs het Pantanimuseum, maar stoppen niet. Bij de historische zeilschepen op het Porto Canale Leonardesco een stukje verderop kijken we wel.

Vanaf hier fietsen we langs de Riviera Adriatico. We doen pogingen de zee te zien, maar het strand is volgebouwd met horeca en parasols. We belanden in een lange laan met immense parasoldennen en afwisselend hotels en winkels met strandspullen.

Het is niet erg om weer landinwaarts te gaan. Zeker niet als we visnetten zien hangen boven de rivier. Vanaf hier rijden we een natuurpark in. Het is heerlijk rustig en een verademing na vanochtend. 

Het park uit rijden we Classe in. We stoppen bij de basiliek om de mozaïeken te bekijken. We proberen nog even of onze fietsen in het voorportaal mogen staan, maar ook als dat niet mag, gaan we wel naar binnen. De mozaïeken zijn 15 eeuwen oud, met zo veel detail en zo helder van kleur. Het is waanzinnig mooi, en we bedenken welke mozaïeken we nog eens willen zien. Dat wordt de basiliek van Ravenne en we zetten de route uit. Maar de rij voor de kaartjes is zo lang dat de moed ons in de schoenen zakt. We houden het voor gezien en rijden lekker door.

Het laatste deel zetten we de blik op oneindig en trappen we flink door. We krijgen nog een fijn stuk fietspad en een mooi dorpsplein en dan landen we in Lugo.

Pech

24 juli Badia Tedalda – Santarcangelo di Romagna
Toen we gisteren naar beneden reden was het al duidelijk, we moeten de dag beginnen met stijgen. Na 3 pittige kilometers zijn we terug op de route en kunnen we verder dalen. Het is mooi rijden door het bos. Bijna doen we een vestje aan, maar zo fris is het niet. 

We dalen gedachteloos. Tegemoetkomende wielrenners ploeteren omhoog. We passeren wat dorpjes. We hebben nog geen idee waar we stoppen vanavond. Als we ons uitsloven wordt het misschien Ravenna, we zien wel.

We rijden Toscane uit en Emilio Romagna in. Eerlijk gezegd hadden we geen idee dat dit een uithoek van Toscane is. Voor het gevoel zitten we veel verder naar het oosten. We zijn gedaald tot 400 meter en hier beginnen de graanvelden weer. 

We rijden een mooi onverhard pad langs een rivier. Er is nog net wat water in de brede bedding. Op de borden zien we de afslag Repubblica di San Marino. We kijken elkaar aan en gaan naar rechts. Even een klein lusje naar dit miniatuurstaatje met minder inwoners dan Zwolle. 

Dan begeeft Carry’s trapper het. Deze liep al langer niet 100%, maar hangt nu helemaal scheef. Dit geeft een visioen van een nieuwe krank en waar kunnen we die vinden? Hier krijgen we spontaan buikpijn van. We gaan eerst maar eens op zoek naar een fietsenmaker. Een politieagent wijst ons de weg. De fietsenmaker is resoluut, reparatie is niet mogelijk. Oei. Dan blijkt, met handen en voeten Italiaans, dat het niet kan omdat de werkplaats dicht is voor de rest van de dag. Als we morgen terug komen kan het wel. Dus hier stoppen we vandaag. Gelukkig is Santarcangelo di Romagna een mooi stadje om de toerist uit te hangen. 

Viamaggio

23 juli Trestina – Badia Tedalda

Gisteravond kregen we een lift van de eigenaar naar het enige restaurant in het dorp. Dat bespaarde ons een flinke wandeling. Vanochtend laten we ons de berg afrollen voor de rit van vandaag. Het is 22 graden en het voelt bijna fris. 

We rijden verder door de Valtiberana. Het is bijna vlak, met nog steeds veel tabak en zonnebloemen. De bermen staan vol bloeiend onkruid. In de verte zien we de Apennijnen steeds dichterbij komen.

We drinken koffie bij de bakker in Sansepulcro. Hier scoren niet alleen oude mannetjes een koffie maar komt iedereen voor koffie en een taartje. Dat taartje is voor ons ‘pure noodzaak’, want de volgende 20 kilometer gaan we klimmen.

Het bord langs de weg meldt dat de pas open is. Een ander bord verplicht om sneeuwkettingen in de auto te hebben. Zo ver zuidelijk hadden we dat niet verwacht. Vandaag is er niets van dat alles nodig, het is gewoon warm. Garmin meldt dat we op de Via Alpe rijden. Een bijzondere naam voor een weg door de Apennijnen. 

We klimmen gestaag. Het is nergens echt steil, maar het gaat lang door. In de diepte zien we een turquoise stuwmeer. We ruiken de zoete geur van de velden met klaver. Iedere keer lijken we bijna op het hoogste punt te zijn, maar steeds is er een volgende bult. Net als ik denk dat we het einde in zicht hebben meldt Carry dat we nog 100 meter omhoog moeten. 

Uiteindelijk zijn we na zo’n 700 meter klimmen bij de pas, Viamaggio, op 985 meter. Voor ons is dit het hoogste punt van de Apennijnen. Er staat geen mooi bord, maar wel een café waar we kunnen lunchen. Wij drinken cola bij het eten, de wegwerkers naast ons witte wijn. 

Vanaf hier rijden we naar beneden. En we dalen zelfs een stukje extra, want de agriturismo van vandaag ligt in een dal. 

Valtiberana

22 juli Bevagna – Trestina

Vannacht hebben we in een klooster geslapen. Motto van dit klooster is bid, lees en werk. Dat lezen staat dan voor de intellectuele ontwikkeling, naast de spirituele en fysieke ontwikkeling. Het is wel een mooie toevoeging. Zeker voor een 12 e eeuws nonnenklooster. 

We starten op een mooi wit weggetje. In de verte ligt Assissi. Voor ons is het Anono. In deze warmte hebben we geen zin in de drukte. Maar het schuurt wel als we er langs rijden. 

De route glooit door heuvels met zonnebloemen, graan en bosschages. Het is mooi fietsen. Om de naam hadden we koffie gewild in het dorp Casa del Diavolo, maar zo lang kunnen we niet wachten. 

Dan rijden we het dal van de Tiber in. Het is hier niet veel meer dan een sloot. We rijden over de flanken van de heuvels. De weg golft. We hebben flinke wind op kop. Onze Nederlandse reflex is balen van de wind, maar hier in Italië gelden andere regels, die wind is heerlijk fris.

Het dal ligt vol tabaksplantages. We twijfelen nog even of het echt tabak is, maar de geur is onmiskenbaar. Het schijnt hier al sinds de 17e eeuw geteeld te worden. 

Het venijn van vandaag zit in de staart. Onze Agriturismo staat op een berg en de weg ernaar toe is extreem steil. Er zit niets anders op dan de fietsen omhoog te duwen. 

Umbrië

21 juli Amelia – Bevagna

Vanochtend kunnen we pas vanaf 8 uur ontbijten. Voor die tijd hebben we onze fietsen al even vertroeteld, met wat extra lucht in de banden. Het ontbijt is echt Italiaans met wat kleine stukken brood, een beetje beleg en vijf soorten taart. 

Het eerste stuk rijden we glooiend door de graanvelden. Het is fantastisch fietsen en de uitzichten passen bij wat je van Italië verwacht, gouden graan met af en toe wat groen ertussen.

Tot onze verbazing passeren we velden vol  zonnebloemen. Het voelt alsof we per ongeluk een afslag naar Frankrijk genomen hebben. Alle bloemkoppen zijn naar de zon gericht. De bloemen op de velden rechts van ons lijken ons met de nek aan te kijken. 

Voor koffie maken we een lusje in Acquasparta. Het dorp stelt niet veel voor, maar er is één mooi straatje met een piazza en een terrasje. En ze hebben goede koffie.

Vandaag hebben we één echte bult op het programma. Met 285 hoogtemeters moeten we echt even aan de bak. In de schaduw van een boom staan we nog even moed te verzamelen. Een Nederlandse auto stopt en de bestuurder vraagt of we hulp nodig hebben. Hij woont in de omgeving en is ook fietser. We praten lang genoeg om lekker af te koelen en vol goede moed te stijgen. Dat onze kant van de weg in de schaduw ligt helpt zeker mee. 

Voordeel van een lange klim is de lange afdaling. Wat een feest, het uitzicht is mooi en in de wind koelen we heerlijk af. 

Eindpunt van vandaag is Bevagna. Het is een mooi middeleeuws stadje, dat terug gaat tot de Romeinse tijd. We rijden onder de poort door de smalle straatjes in en het allerfijnst is dat het niet op een heuvel ligt.