Akagerapark was mooi. We hebben in een soort van toeristenbubbel gezeten. Het hotel was top en we hebben beesten gekeken. Niet alleen de veel voorkomende, zoals zebra’s en bavianen, maar ook giraffes, olifanten, een neushoorn en zelfs een luipaard. Plus van alle soorten vogels, tot kraanvogels aan toe.
Ook de boom voor het hotel hangt vol met kwetterende geelzwarte wevervogeltjes en hun nestjes. Dat hoort bij deze soort. Het mannetje bouwt een nestje, vrouwtjes komen langs om het mooiste nest uit te zoeken. Als een nestje niet voldoet, wordt het uit de boom gegooid. Er liggen er altijd wel wat.
We hangen de fietsen aan de auto om te vertrekken. We hebben nog even overwogen om ons bij de grote weg te laten afzetten, en niet hetzelfde stuk terug te fietsen, maar we gaan gewoon lekker trappen. Bij de ingang van het park stappen we op. Het is bewolkt. De klim naar de grote weg is pittig, met uitschieters tot 12%. Boven stoppen we voor cola. Er hangen twee kleine kinderen tussen hun vaders benen naar ons te kijken. Een derde, op moeders arm, vindt ons ongelooflijk eng en kan haast niet naar ons kijken. We voelen ons een soort van Zwarte Piet.
Langs de grote weg zien we Sophia weer, de grote grijs zwarte palen van de snelheidscontrole. Als je harder rijdt dan de maximale 60 kilometer, krijg je prompt een bekeuring op je mobiel. Deze kan oplopen tot 100 dollar. We rijden vandaag tot Ngoma. Dit is een van de steden die sinds 2006 een nieuwe naam heeft. Toen was er een administratieve herindeling en zijn allerlei plaatsnamen gewijzigd. Hierbij speelde ook het genocideverleden en de associaties bij bepaalde plaatsnamen. Ons hotel is groot en nieuw, met veel personeel en een zwembad zonder water.