Bahassa

Een blog met weinig plaatjes, een blog over taal. Want hoe gaat dat nou in Indonesië, waar de voertaal Bahassa is en bijna niemand Engels spreekt. 

Onze basiskennis Bahassa blijkt vooral gebaseerd op de menukaart van de Chinees. Zo weten we wat saté ayam is, dus herkennen we kip op de menukaart en sateh ook. Ook nasi goreng, gado gado en kecap geven geen problemen. Andere dingen zijn minder vanzelfsprekend. Zo stond er ikan rica rica op de kaart. Inmiddels weten we dat ikan vis is, maar wat is rica rica? De culinaire woordenlijst van Lonely Planet maakte er hondenvlees van. De vertaling van Google translate leek logischer, hot and spicey. Overigens ook een goede reden om het gerecht niet te bestellen.

Een paar woorden Bahassa zijn sowieso handig, dus die hebben we opgezocht. Sepeda voor fiets, dua voor twee. Twee sprite bestellen levert geen probleem op. Maar als je als dorstige fietser nóg twee sprite bestelt, krijg je de rekening. Het lukte die keer echt niet om duidelijk te maken dat we nog twee sprite wilden, dus zijn we dorstig weer op de fiets gestapt. 

Er zijn ook woorden met een Nederlandse herkomst. Het zegt wel wat over de verhoudingen als je ziet welke dat zijn: notaris, dokter, apothek, kantor en gratis. Ook kwitansi voor rekening is makkelijk. Dus toen we de keer daarna wilden betalen dachten we ons aangepast te hebben en vroegen we om een kwitansi. Dat gaf een boel activiteit. Uiteindelijk kregen we een bonnetje met een stempel, maar zonder bedrag. De volgende keer gaan we weer gewoon met geld in de hand richting kok.

En ergens in Sengkang hebben we een heel verbaasde bemor chauffeur achter gelaten. We vroegen naar de prijs. Hij zei iets met zes, wij dachten aan iets met twee. Ons idee was twintig te betalen, in Bahassa twee tien, wat we de avond tevoren betaald hadden. Daar kwamen we uit met de chauffeur. Later zag Lotte het taalprobleem en bedacht dat we drie keer zoveel betaald hadden als gevraagd was.

Op andere plekken voorzien mensen dat het moeilijk wordt om het bedrag duidelijk te maken. Het makkelijkst is dan je rekenmachine met het bedrag te laten zien. Het leukst was toch de jongen die met Google translate het bedrag van de rekening in het Engels had opgezocht. Alleen jammer dat hij niet echt te verstaan was. Dat Engels anders werkt dan Bahassa is ook helder: ‘Can we have a cola?’ ‘Yes, yes… maybe later.’

Cadeautje

De route vandaag van Jeneponto naar Bulukumba was een cadeautje, zeker het eerste deel van de route was ronduit rustig en romantisch mooi. Het enige dat wij hoefden te doen was rustig doortrappen en genieten van alles wat zich om ons heen afspeelde.

De kabauen hadden net hun modderbad gehad toen we voorbijkwamen. Niet dat de lucht die ze meebrachten daar beter van geworden was.

Daarna door mooie rustige dorpjes met Buginese paalwoningen, huizen op palen met veel zorg gebouwd en bewoond. De aanmoedigingen voor ons waren niet van de lucht. Het publiek bij de halve marathon van Zwolle verbleekt erbij.

Golvende rijstvelden die zo overgaan naar zee, net voor ze worden geoogst, zo ver het oog reikt. Op andere plaatsen was de rijst al geoogst en werden percelen opnieuw ingeplant.

In de loop van de ochtend werd het weer behoorlijk warm en drukker met verkeer. Morgen toch nog maar iets vroeger starten dan vandaag. Zo komen we langzaam in een tropisch ritme van zonsopgang tot zonsondergang.

Kakafonie

Op tijd weg om de warmte voor te zijn, maar na de bui van gisteren is het om 8 uur al behoorlijk warm. We twijfelen nog, 45 kilometer of 95. Tussendoor zijn geen hotels. 

De eerste kilometers de stad uit zijn druk. Vierbaansweg, veel verkeer. En alles maakt herrie. Auto’s die inhalen toeteren, brommers die voorbijgaan tetteren en alles heeft een motor die bromt en stinkt. 

Het landschap verandert langzaamaan. Aan de rand van de stad zijn het grote, nieuwe, luxe winkelcentra en commerciële gebouwen. Nu worden het steeds meer kleine houten huizen, veel groen eromheen en heel veel roodwitte vlaggen, overblijfsel nog van onafhankelijkheidsdag. Met hier en daar een moskee, de toren erbij het enige dat boven de bomen uit komt. Veel mensen op en langs de straat, en allemaal roepen ze ons na: ‘Heej Mister!’ 

Elk huis langs de weg lijkt wel wat in de verkoop te hebben. Bij veel huizen staat een rek met flessen buiten, benzine voor de brommertjes. Ergens iets te eten of drinken vinden is wat minder gemakkelijk. Ik test mijn eerste Bahassa ‘ada warung?’ En warempel, we worden gewezen op een huis aan de overkant van de weg. Daar zitten mensen op bankjes te eten. We sluiten aan en krijgen wat de pot schaft, nasi ayam. Het water dat iedereen drinkt durven we (nog?) niet aan. Het eten is prima. Nog even een selfie met de kok en daar gaan we weer. 

Aan het begin van de middag gaan de scholen uit. De weg is ineens vol met brommertjes met twee of meer kinderen in uniform. De passagiers vallen er bijna af als ze hun nek verrekken om ons na te kijken. En allemaal schreeuwen ze hun enig Engels naar ons: ‘Heej mister’. 

In de ochtend waren we vol vertrouwen in de 95 kilometer, in de middag is het toch wel ver en warm. En druk en veel. 

Door langs de rijstvelden, vaak al geoogst. En zoutpannen, velden waaruit ze het zeewater laten verdampen en het overgebleven zout oogsten. Dan ineens een kilometer lang kraampjes met alleen maar meloenen. 

Voorbij de grote moskee van Jeneponto, bij de eerste verkeerslichten buiten Makassar,  slaan we rechts af. Een heel rustige weg in. Aan het eind ons hotel, aan zee. Het wordt een rustige avond, met Jet Lag en een hoofd vol indrukken en kakafonie van deze dag.

Links

Een eerste rondje door de stad. Even proberen hoe het fietst hier. En denk bij stad aan serieuse stad, 1,7 miljoen inwoners. Dat zijn veeeeel mensen in het verkeer. En ze rijden allemaal links. Da’s effe uitkijken. En net de andere kant uit uitkijken als je gewoonlijk doet….

En wat je ziet? Helemaal links staan de geparkeerde auto’s. Bewaakt door een zelfbenoemde parkeerwacht met een fluitje. En bij in en uitparkeren wordt met dat fluitje het verkeer gewoon even stilgezet. Dan rijden er becaks, fietstaxi’s, een soort van bakfiets met passagiers. Die becaks staan overigens ook vaak langs de weg, met erin een half opgevouwen, slapende bestuurder. En er rijden veel brommertjes. Daar kunnen meer mensen op dan je zou denken. Vooral kleine kinderen passen nog makkelijk vóór de bestuurder, of ergens lekker tussen papa voorop en mama achterop. Dan natuurlijk de auto’s, mooi, nieuw en uit de regio. Met geduldige chauffeurs. Die toeteren als ze je voorbij gaan. En gewoon hun neus er tussen duwen als ze willen invoegen. En zo rond het middaguur wordt dit alles begeleid door stemmige toespraken van elke moskee op elke straathoek.

En hier tussendoor fietsen wij. Twee grote witten. Lachend nagekeken door voetgangers, nagejoeld door straatjongetjes,  aangestaard door automobilisten. Daar gaan we, lekker op de fiets. Morgen de stad uit!

Jet

Donderdag

Aangekomen in Makassar samen met JetLag. Een nacht geen slaap levert een hoofd vol watten op. De wereld golft af en toe van vermoeidheid. Na een hazenslaapje de stad in om wat rond te kijken en te eten.

Fort Rotterdam is een serie koloniale gebouwen omgeven door een oudere vestingmuur. Het wordt drukbezocht door lokale toeristen. Grappig dat wij op de Indonesische Onafhankelijkheidsdag zelf een grote toeristische trekpleister zijn. Alle pubers willen met ons op de foto.

Om te eten gekozen voor Kampoeng Popsa. Een foodcourt met terras boven zee. Een grappig concept: Een verzameling van allemaal verschillende eetstalletjes die samenwerken en een terras delen. Overal kan je wat anders bestellen van voorgerechten, hoofdgerechten tot vers fruit en milkshakes toe.

Terug in het hotel proberen we nog wat wakker te blijven om de dag te rekken. Tevergeefs, Jet Lag wint en al snel slapen we.

Vrijdag

Vandaag is het tijd om de een stuk te fietsen en te wennen aan het verkeer hier in Makassar. Alles rijdt door elkaar, zonder dat het een echte chaos wordt. Als fietser krijgen we alle ruimte en wordt er rekening met ons gehouden.

Nu wachten tot die tropische regenbui over is.

Verrukkelijkheden

Ik had wat stress bij aankomst op Schiphol toen er een lange rij bij het inchecken stond. Maar de steward gaf een high five en meldde dat zij van Singapore Airlines cool zijn en geen stress hebben. Dus ik haalde de dozen en Carry demonteerde de fietsen. Samen hebben we ze ingepakt. We werden langs de rij geleid en konden zonder veel gedoe verder. 

Aan de gate stond dezelfde steward die ons nog even zei dat onze fietsen aan boord waren. Om kwart over 11 vlogen we. Singapore Airlines is ook in economy class echt anders dan RyannAir. Met voor iedereen een tandenborsteltje en extra sokken. Een echte menukaart met naast lunch en ontbijt een lijstje verrukkelijkheden, bestaande uit het assortiment van de railcatering van NS en aangeboden in een zelfde soort box. Maar verder was het vooral een lange zit, met een keuze uit 294 films. En een hobbelweg. Diverse keren moest de veiligheidsriem om. Al stuiterend kwamen we ruim 12 uur later om 6 uur in de ochtend aan op Singapore en waren we ergens een nacht kwijt geraakt…

Onderweg

Onze eerste nacht onderweg. Een mooie Airbnb in Amsterdam, 20 hoog. Ruime kamer, fantastisch uitzicht, aardige gastvrouw. Inclusief diner in goed gezelschap en een vers ontbijt. Op loopafstand van station Lelylaan, dus snel en makkelijk naar Schiphol.

Natuurlijk ook met een fietsenstalling op niveau – aan het voeteneinde van het bed. 

Dankjewel, Hester!